Ludo Bekkers

Baza(a)r Belg(i)ë: De Belgische kunstgeschiedenis volgens Claude Blondeel

Ludo Bekkers Kunst- en fotografierecensent

Klara heeft van het afscheid van een gewaardeerd medewerker een goed bedachte publiciteitsmachine gemaakt.

Stap voor stap is Claude Blondeel (1948) uitgegroeid tot een soort monument bij de VRT. Vele jaren, en na enkele omzwervingen in allerhande radio cultuurprogramma’s, werd hij niet een kunstcriticus maar, zoals hij zelf beweerd een autodidact, een amateur, een liefhebber.

Nu hij bij de omroep en Klara op rust gaat kreeg hij van het Nethoofd Klara niet “een kist Pomerol, drie zoenen en een traan of twee”, maar een cadeau dat velen hem zullen benijden. Hij mocht een persoonlijke keuze maken uit honderd kunstwerken die hij zelf determinerend vond voor z’n artistieke vorming.

Z’n jarenlange omgang met kunstenaars, zijn honderden tentoonstellingen die hij ambtshalve bezocht, de vele operavoorstellingen die hij bijwoonde, de muzikanten die hij kende en de boeken die hij las bracht hij eerst samen in honderd radio uitzendingen en vanaf nu ook in een tentoonstelling en een boek (Baza(a)r Belg(i)ë, uitg. Borgerhoff & Lamberigits ISBN 9789089313621).

Blondeel is een rasechte Brusselaar en een tweetalige Belg. De keuze van zijn kunstwerken is dus nationaal en niet gebonden aan een linguïstieke regio. Ze is niet kunsthistorisch bedacht maar subjectief volgens eigen normen en artistieke gevoeligheden. Dat is een interessante invalshoek omdat het maar zelden gebeurt dat een curator (dat is hij nu even) z’n eigen gang mag gaan.

De leidraad die hij hanteert is gesponnen uit enthousiasme, zonder hiërarchie die de gevestigde critici maar al te vaak hanteren. Bovendien mixt hij schilderijen, tekeningen, objecten, boeken en tijdschriften, een saxofoon, filmbeelden en foto’s tot een nieuw en persoonlijk universum. Vele kunstenaars waarvan hij een werk koos zijn vrienden van de dag en de nacht. Hij is daarbij niet elitair want figuren als Arno en de Johnny Halliday van toen, gaan bij hem hand in hand met het Blindman saxofoonkwartet, Toots Thielemans of Bobby Jaspar met het Huelgas Ensemble of het Collegium Instrumentale Brugensis, Jef Neve of Frédéric Devreese. En voor het chanson linkt hij Bobbejaan Schoepen aan Johan Vernimmen, Jan de Wilde aan Salvatore Adami, Geike Arnaert aan Raymond van het Groenewoud. Kortom le choix d’un honnête homme.

De tentoonstelling die erg creatief werd gepresenteerd is in zoverre interessant dat de toeschouwer hinkstapsprongen in tijd en disciplines moet maken. Van Permeke naar Luc Tuymans, van Félicien Rops naar Jacques Charlier, van Paul Joostens naar Panamarenko of van Constant Permeke naar Ann Veronica Janssens en ga zo maar door. Men moet al van goeden huize zijn in de artistieke sector om even enthousiast te worden als de samensteller. Maar het is een uitstekende kans om het geheugen op te frissen en zelf een Belgische kunstgeschiedenis her samen te stellen. Dat is een boeiende en leerzame oefeing.

Wat niet op de tentoonstelling te zien is zijn de uitgekozen films. Daarvoor moet men naar de Cinematek waar van 5 tot 20 september Blondeels’ voorkeuren vertoond worden met o.m. Henri Storck, Chantal Akerman, François Weyergans of Etic de Kuyper. En voor de muziek is er een CD met al de high lights uit zijn muzikale herinnering. Klara heeft van het afscheid van een gewaardeerd medewerker een goed bedachte publiciteitsmachine gemaakt. De omroep heeft een (ex)medewerker in de bloemetjes gezet en zichzelf daarbij niet vergeten een kleurige ruiker te schenken. Het weze hen beiden gegund.

Ludo Bekkers
(Tentoonstelling “Bazaar België”, de 100 boeiendste Belgische kunstwerken volgens Claude Blondeel”, De Centrale/ La Centrale/Central For Contemporary Art, Sint-Katelijneplein 44 in 1000 Brussel, van heden tot 29 september)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content