Wouter De Vriendt (Groen)

Basispensioen is buffer tegen armoede bij ouderen

Wouter De Vriendt (Groen) Volksvertegenwoordiger (Groen)

22 procent van de ouderen die onder de armoededrempel leven is onaanvaardbaar, zegt Groen. Daarom pleiten ze voor een ‘fundamentele en rechtvaardige pensioenhervorming’: een basispensioen voor iedereen.

Meer dan een vijfde van onze senioren leven in armoede. Zij moeten rondkomen met minder dan 1.000 euro per maand als alleenstaande of 1.500 euro als koppel. Daarvan moeten zij huishuur, energie, voeding en zorg betalen. Velen komen niet rond en moeten op hun oude dag overleven in schrijnende toestanden.

Vaak gaat het om mensen die hun hele leven lang of toch grote delen daarvan gewerkt hebben. Of zelfstandigen die een eigen zaak hebben opgestart maar failliet gingen. Het gaat hier helemaal niet om profiteurs maar om mensen die niet het geluk of de talenten hebben gehad om een topjob te versieren of een bloeiende zaak uit te bouwen.

22 procent van de ouderen leven hier in armoede, in een van de rijkste regio’s ter wereld: dat stemt tot nadenken. Ons land telt 1,92 miljoen 65+’ers. Dat betekent dat alleen al in die bevolkingscategorie 422.000 bejaarden dagelijks vechten om te overleven. En dat betekent ook dat als overheden hieraan niet dringend beginnen te remediëren, ieder van ons de kans loopt om op onze oude dag geconfronteerd te worden met rekeningen die we niet meer kunnen betalen.

Het is duidelijk dat het huidige pensioensysteem niet in staat is om mensen op hun oude dag een menswaardig leven te laten leiden. Ons land faalt in deze evidente, belangrijke ambitie. Groen wil het systeem dan ook fundamenteel hervormen. Het toekennen van een basispensioen dat boven de armoedegrens ligt, garandeert iedereen een buffer tegen de armoede, onafhankelijk van de loopbaan. Anno 2013 gaat het over 1.000 euro. Wie geen enkel jaar gewerkt heeft en samenwoont, krijgt 750 euro (voornamelijk huisvrouwen). In landen zoals Nederland heeft het model haar diensten bewezen. De armoede ligt daar met 10 procent meer dan de helft lager dan de 22 procent bij ons.

Tegelijkertijd is het ook belangrijk dat we met z’n allen langer werken om onze sociale zekerheid overeind te houden. Naast zorgen voor werkbaar werk, is het ook belangrijk dat werken ook echt loont. Net zoals nu zal het uiteindelijke pensioen bovenop het basispensioen toenemen met elk gewerkt jaar: dit vormt de bovenbouw van de pensioenhervorming die Groen voorstelt. Hoe meer je hebt gewerkt, hoe groter je bijkomend pensioen. Analoog aan hoe het vandaag berekend wordt, wordt deze bovenbouw berekend op basis van het aantal gewerkte uren en op basis van het loon tijdens de loopbaan.

De invoering van het basispensioen kost naar schatting twee miljard euro. Dat is perfect betaalbaar vermits een basispensioen toelaat om de gezins-, echtscheidings- en overlevingspensioenen te laten uitdoven. Het volledig laten meetellen van alle gelijkgestelde periodes is ook niet meer noodzakelijk aangezien deze periodes gedeeltelijk afgedekt worden door het basispensioen. De meerkost zal in de komende jaren trouwens stelselmatig afnemen, vermits de participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt blijft toenemen. Volgens prognoses zou binnen 10 jaar het verschil in loopbaanduur tussen mannen en vrouwen gehalveerd zijn.

Ook de fiscale prikkels voor het pensioensparen wil Groen afbouwen. Dat is ook maar logisch. Deze kosten de overheid op zijn minst 800 miljoen euro per jaar , maar hier speelt een gigantisch Mattheüs-effect: vooral diegenen met een hoog wettelijk pensioen en een aanvullend pensioen via de werkgever doen aan pensioensparen. Het volstaat even naar de cijfers te kijken. Naar schatting 2,73 miljoen Belgen tussen 18-64 doen aan pensioensparen, dus zo’n 4,14 miljoen mensen doen dat niet. In onze visie moet pensioensparen mogelijk blijven, maar de fiscale middelen kunnen we veel beter inzetten door via een sterk wettelijk pensioen iedereen een waardige oude dag te bezorgen.

Niet alleen is een basispensioen een veel betere garantie tegen armoede dan het huidige systeem, het is ook rechtvaardiger en betekent een belangrijke administratieve vereenvoudiging. Het bestaansmiddelenonderzoek bij de Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO) is dan niet meer nodig, evenmin als de complexe berekening van het minimumpensioen. Het leidt tot een uiterst efficiënte, automatische rechtentoekenning waarbij gepensioneerden niet langer uit de boot vallen omdat ze hun rechten niet kennen.

22 procent van de ouderen die onder de armoededrempel leven is onaanvaardbaar. Daarom stelt Groen deze fundamentele en rechtvaardige pensioenhervorming voor. Omdat het huidige pensioenstelsel er niet in slaagt om de armoede uit te bannen en omdat een echte buffer tegen armoede bij ouderen dringend is.

Wouter De Vriendt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content