Tom Vandyck

Barack Obama tapt uw geheimen af bij elke stap die u zet

Tom Vandyck Tot 2014 correspondent in de VS voor Knack.be

Dat de Amerikaanse inlichtingendiensten hun eigen burgers massaal bespioneren, is geen nieuws. Dat het elektronische gluren overal in de wereld exponentieel toeneemt, is dat wel. Het hellend vlak begint bij Obama en eindigt bij Orwell.

Opschudding in de VS: het National Security Agency (NSA) tapt in het geheim massaal persoonlijke gegevens af van gebruikers van Apple, Google, Microsoft, Facebook, YouTube en een reeks andere internetbedrijven. Die werken daar allemaal aan mee, het ene al iets gedweeër dan het andere. En zo komt het dat de NSA zich kan laven aan miljarden e-mails, foto’s, filmpjes, documenten en status-updates op sociale netwerken.

Dat is zeer zorgwekkend. We parkeren stilaan ons hele digitale hebben en houden in de ‘cloud’. Die Amerikaanse internetbedrijven wegen wat dat betreft zwaar door. Ook als Belg gebruik je Google’s G-mail en niet, zeg maar ‘B-mail’. Anders gesteld: niemand is veilig voor Amerika’s digitale spionnen.

Geen softe duif

Moet dat verrassen? Bepaald niet. Dat er in de VS binnenlands gespioneerd wordt weten we al sinds de Patriot Act, de draconische binnenlandse veiligheidswet die werd ingevoerd na 9/11, dat mogelijk makte.

Wie bij de les is, weet overigens dat niet de meer tot de verbeelding sprekende CIA, met zijn drones en geheimagenten, de grootste Amerikaanse inlichtingendienst is, maar de NSA. Die spendeert dezer dagen twee miljard dollar aan het uitbreiden van zijn data-center op het hoofdkwartier in Fort Meade (Maryland) en nog eens twee miljard aan een soortgelijke nieuwe installatie in Utah. Daar kan je heel wat mailtjes mee onderscheppen. De NSA is ook de uitbater van het beruchte Echelon-netwerk waarmee wereldwijd bijna twee miljard elektronische berichten per dag zouden afgeluisterd worden.

Dat dit onder Barack Obama gebeurt, moet evenmin verrassen. Tijdens zijn eerste presidentscampagne in 2008 was hij weliswaar heel erg tegen binnenlands spioneren, maar Obama is ook de man die de drone-aanvallen gevoelig opvoerde, Osama bin Laden ijskoud het hoekje om hielp en er niet voor terugschrikt om journalisten te laten bespioneren. Wie nog steeds verrast is dat hij niet de softe duif is waar velen hem in 2008 voor hielden, heeft zijn ogen in zijn zakken zitten.

‘Big data’ rukt op

Het probleem is dat we met dit elektronisch spioneren stilaan het domein van de science fiction binnenstappen. ‘Big data’ – het samengaan van exponentieel gegroeide rekenkracht, schier eindeloze data-opslagcapaciteit en doorgedreven patroonherkenning en statistische analysetechnieken – zorgt ervoor dat mensen te bestuderen zijn als fruitvliegjes in een bokaal.

Jezelf daaraan onttrekken, is onmogelijk. Probeer maar eens te leven zonder Google, Facebook, gsm, gps en elektronisch bankieren. Bij elke stap die je zet, laat je een elektronisch spoor achter.

Zelfs al zou je helemaal ‘off the grid’ proberen te leven, dan nog blijf je niet uit de buurt van de alomtegenwoordige camera’s. Aangezien de inlichtingendiensten klaarblijkelijk ieders digitale fotoalbum kunnen inkijken, hoeven het niet eens bewakingscamera’s te zijn. Ook digitale gezichtsherkenning en het herkennen van de unieke manier waarop je wandelt, grijpen om zich heen.

De Amerikaanse inlichtingendiensten lopen uiteraard vooraan in die evolutie. Volgens de Washington Post, die het verhaal over Google, Facebook en de anderen te horen kreeg van een anonieme, gedegouteerde NSA-agent, heeft James Bond definitief afgedaan. Voor de inlichtingendiensten is big data ’the next big thing’.

Constant bespioneerd en gemanipuleerd

Dat soort ‘datamining’ is overigens niet het exclusieve domein van de inlichtingendiensten. Ook bedrijven bespioneren u volop. Ze doen dat meestal met ‘cookies’, miniprogrammaatjes die in het geniep op uw computer geïnstalleerd worden terwijl u surft en vervolgens de websites die u bekijkt doorgeven aan hun afzenders. Elk zichzelf respecterend bedrijf koopt op die manier tegenwoordig uitgebreide datasets waar de statistici mee aan de slag kunnen.

Resultaat: marketing die haarfijn is afgesteld op individuele klanten. Dat je je klanten beter wil kennen, daar is niks mis mee. Maar na een tijd dreig je een wereld te krijgen waarin je als je arm bent alleen nog advertenties voor junkfood en diabetesmedicijnen te zien krijgt en bijvoorbeeld niet voor gezond eten. Of waarin je computer en je smartphone je alleen nog eenzijdig – of helemaal geen – nieuws voorschotelt.

Het is dus niet alleen een kwestie van privacy, maar ook van informatie en democratie. Je kan stilaan de hele tijd bespioneerd en gemanipuleerd worden zonder dat je dat zelf in de gaten hebt.

Mensen zijn mieren

Maar het gaat nog verder. Statistiek en patroonherkenning zorgen ervoor dat menselijk gedrag steeds beter voorspelbaar wordt. Allerlei startups in de datamining-sector claimen dat ze aanstonds in staat zullen zijn om epidemieën, beurscrashes, revoluties en zelfs terreuraanslagen te zien aankomen.

Ook dat is echter nog maar klein bier. Heel persoonlijk wordt het wanneer je weet dat er op het gerenommeerde Massachusetts Institute of Technology (MIT) experimenten gedaan zijn waarbij wetenschappers erin slaagden om puur op basis van statistiek en de gps-locaties van gsm’s te zien of iemand depressief was, of dagen vooraf te voorspellen waar een persoon in de toekomst heen zou gaan en wie hij daar zou ontmoeten. “Dinsdagochtend gaat u koffie drinken met Wim”, zeg maar, en het bleek nog te kloppen ook.

Veelzeggend: de Amerikaanse inlichtingendiensten staan in de rij om in zulke bedrijfjes te investeren. Maar meer ten gronde gaan de implicaties van dat soort onderzoek behoorlijk ver. Gespecialiseerde wetenschappers hoor je nu stellen dat mensen misschien wel niet de wonderbaarlijke, volop met vrije wil behepte individuen zijn waarvoor we onszelf houden, maar eerder mieren die perfect voorspelbare patroontjes lopen, als je maar genoeg data hebt om het te zién.

Waar eindigt dit?

Als je big data kon inzetten om beurscrashes of dodelijke epidemieën te voorkomen, zou dat natuurlijk buitengewoon mooi zijn. Ook dat je deze technologie gebruikt om terroristen op te sporen, is verdedigbaar. Tenminste: als je de wet respecteert, en als er behoorlijke democratische controle en transparantie over de regels bestaat. Net als over de drone-aanvallen hebben we daar van Obama echter nog geen enkele harde waarborg over gehoord.

De vraag is dus: waar eindigt dit allemaal? Ga je deze technologie ook gebruiken om bijvoorbeeld op illegale immigranten te jagen? Om lui op de hielen te zitten die in hun vrije tijd een jointje of een lijntje cocaïne lusten, maar verder niks mispeuteren? Ga je weigeren om mensen die een hamburger te veel eten ziekteverzekering te geven? Moet je vooraf ingrijpen als iemand gedrag vertoont dat er statistisch op wijst dat hij in de toekomst een crimineel kan worden?

En ook: wie beslist er over zulke ingrijpende technologieën? Staan ze ten dienste van de hele maatschappij of zijn ze van privébedrijven? En als Amerikanen vinden dat ze dit mogen, wat belet de Chinezen en de Russen dan om hetzelfde te doen?

Dat zijn allemaal vragen die aan een razend tempo op ons af komen. We zullen ze de komende jaren moeten beantwoorden, maar de meeste mensen – en ook de meeste van hun verkozen vertegenwoordigers – hebben er op dit moment hoegenaamd geen kaas van gegeten.

Sociale controle

Het internet en de hele digitale revolutie zijn ons aangepraat als een bevrijding: altijd en overal alle informatie ter wereld bij de hand en permanent in contact met al je vrienden. Maar als we dit ondoordacht aanpakken, kunnen ze net zo goed een nooit gezien instrument van permanente bewaking en sociale controle worden.

Bovendien weegt het veiligheidsargument steeds zwaar door: laat ons doen of de terroristen zullen je te grazen nemen. Je hoeft geen dystopische fantast te zijn om in te zien hoe dat op schijnbaar perfect democratische wijze helemaal mis kan gaan.

Net daarom is het bijzonder schadelijk dat Barack Obama ook hier weer fameus op George W. Bush lijkt en de grondwet behandelt als een vodje papier. We hebben hier te maken met de meest transformatieve technologie sinds de Industriële Revolutie. Een open debat is wel het minste wat je mag verwachten. Maar dat behoort ook met deze Amerikaanse president klaarblijkelijk niet tot de mogelijkheden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content