Urbain Vandormael

Wie een nieuwe auto koopt, volgt zijn hart en niet zijn verstand

Urbain Vandormael Expert autosector. Schrijft op Knack.be wekelijks over nieuwigheden in autoland.

Eén op de vijf verkochte auto’s in ons land is een terreinwagen, maar slechts één op de vier is uitgerust met vierwielaandrijving. Dat geeft aan dat de consument nog altijd zijn hart en niet zijn verstand volgt wanneer hij een nieuwe auto koopt . Want een SUV kost meer, verbruikt meer en stoot meer schadelijke uitlaatgassen uit en wordt bijna nooit off road gebruikt.

Zal ik u een geheimpje verklappen? Overal in de wereld – en in het grootste geheim – zijn nu ingenieurs en designers druk bezig met het ontwerpen van auto’s die over vijf à tien jaar in de showroom zullen staan. Heel af en toe mag ik een kijkje achter de schermen nemen, zonder smartphone of fototoestel wel te verstaan, en dan vraag ik me telkens af waar die slimme jongens en meisjes de mosterd halen om zover in de tijd vooruit te kunnen denken. Hoe weten die nu hoe de wereld er over tien jaar zal uitzien, wat wij dan zullen denken en doen, welke (mode)trends ons leven dan zullen beheersen? Of bepalen zij misschien zelf met welke auto wij over tien jaar zullen rijden? Met andere woorden, zijn wij kuddebeesten die braaf in het rijtje lopen, die doen en laten wat de marketeers van de grote multinationals zeggen wat cool is en wat niet? Ik vraag het me af, dat ik er mijn slaap voor laat, dat niet.

Off road in Vlaanderen

Het ontwikkelen van een nieuwe auto vergt minstens drie jaar – in de veronderstelling dat de directie in grote lijnen weet wat ze wil, dat er vooraf is nagedacht over het concept van de nieuwkomer, over zijn technische features en zijn design. Dat voorbereidend werk vertrekt van wat intensief marktonderzoek aan bruikbare informatie oplevert over wat de consument bezighoudt. Vooral de jonge consument wordt in het vizier genomen, niet alleen omdat die de klant van morgen is maar ook omdat hij nu al weegt op wat zijn ouders kopen. We weten ondertussen ook dat uw en mijn koopgedrag minutieus wordt opgevolgd – via de route die wij lopen in het warenhuis, via de manier waarop wij betalen of ons informeren over promotionele acties. En zijn nog vele andere parameters waarvan wij het bestaan niet eens kennen. Wij beseffen het niet, maar in feite zijn wij een open boek voor de commerciële wereld. Dat uw postbus plots wordt geterroriseerd met mails van het ene of andere bedrijf is geen toeval of vergissing: uw profiel beantwoordt aan de doelgroep die het bedrijf viseert.

Terug naar het begin. Eén op de vijf verkochte auto’s in ons land is een terreinwagen, maar slechts één op de vier is uitgerust met vierwielaandrijving en kan dus effectief off road worden gebruikt. Waar kan dat trouwens nog? Vlaanderen is volgestort met beton, en in de weinige bossen en natuurparken die ons nog resten is vierwielvertier gelukkig verboden. In feite bezondigt de Belgische automobilist zich aan oneigenlijk gebruik. Waarbij ik mij afvraag, hebben de ontwerpers van de Nissan Qashqai en Hyundai iX35 aan de andere kant van de wereld dat vijf en tien jaar geleden allemaal al geweten? Want dat is de consequentie van wat voorafgaat. Wisten zij dat Belgen angsthazen zijn die met een stoere SUV de kinderen naar school brengen en naar het wassalon rijden, die zich in hun hoge SUV verheven voelen boven de rest van het verkeer en die zichzelf, in geval van een botsing, een grotere kans op overleving geven dan de chauffeur in zijn Fiat Panda? Ik zou het graag willen weten, maar krijg nergens gehoor. Dat de trendwatchers rekening hebben gehouden met de vergrijzing lijkt mij nogal vanzelfsprekend. Er bestaat een correlatie tussen ouder worden en het zich afschermen én beschermen tegen alle mogelijke soorten van gevaar. Een SUV past binnen dat plaatje. Maar het laatste waarmee een autoconstructeur zal uitpakken is dat hij dit soort auto’s heeft ontworpen voor 65-plussers. Die zijn echter oud en wijs genoeg om voor zichzelf te kunnen inschatten welke voordelen zo’n compacte SUV biedt. Omdat ze nog maar weinig kilometers afleggen, liggen ze niet wakker van een liter brandstof of een gram CO2 meer of minder. Het zal hun tijd wel duren. Het bevestigt mijn stelling dat wie een nieuwe auto koopt zijn hart volgt en niet zijn verstand. Dat is trouwens nooit anders geweest.

Volkswagen geen wagen voor het volk meer

Bij het overlopen van het lijstje van de populairste SUV’s in ons land valt de sterke présence op van de Franse merken – Peugeot 2008 op plaats vier, Renault Captur op vijf en Peugeot 3008 op negen. Dat is opmerkelijk omdat de Franse constructeurs al een tijdje niet goed presteren en de groep PSA (Citroën/Peugeot) zware verliezen lijdt. De topposities worden ingenomen door Aziatische constructeurs – Nissan Qashqai op plaats één, Hyundai iX 35 op twee en Kia Sportage op zeven, het beste bewijs dat die goed bezig zijn. De Duitse merken – en dat is verrassend – zijn ondervertegenwoordigd: VW Tiguan op 6 en Andi Q3 op tien. Dat heeft ermee te maken dat de Duitse merken het potentieel van dit segment slecht hebben ingeschat en later dan de Franse en Aziatische concurrenten op die kar zijn gesprongen. BMW vormde de uitzondering op de regel en slaagde er zelfs in om met X5 en X3 een nieuw nichesegment te creëren, een krachttoer die het Beierse merk veel geld heeft opgeleverd en nog maar eens bewijst hoe sterk marktgericht BMW opereert. Audi, Mercedes-Benz, Opel en Volkswagen hebben té laat gereageerd en de modellen die ze intussen hebben uitgebracht zijn té duur. De Duitse merken willen altijd de beste zijn, maar dat heeft een hoge prijs. En zeker in het segment van de compacte SUV’s is de consument niet zomaar bereid om die hoge prijs te betalen. Die vaststelling geldt trouwens ook voor de A-, B- en C-segmenten. De Duitse merken worden stilaan onbetaalbaar voor de modale consument, een Volkswagen is geen wagen voor het volk meer. Nog kunnen de Duitse premiummerken uitpakken met hoge rendabiliteitsscores, maar terzelfdertijd kondigen BMW, Mercedes-Benz en Volkswagen zeer ingrijpende besparingsmaatregelen aan die in de miljarden lopen. De kosten moeten fors naar omlaag om te voorkomen dat de Duitsers zich uit de markt prijzen. In Europa waar de economie slechts langzaam herstelt, is dat gevaar zeer reëel. Het moment is aangebroken dat het label ‘made in Germany’ niet meer volstaat om kandidaat-kopers over de streep te trekken, als die een vergelijkbaar product tegen een (veel) goedkopere prijs kunnen kopen. Ik ben benieuwd naar wie de waarschuwende vinger in de hoogte heeft gestoken, waren het de trendwatchers of de verkopers in de showroom?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content