Urbain Vandormael

Voor- of vierwielaandrijving? De pro’s en contra’s

Urbain Vandormael Expert autosector. Schrijft op Knack.be wekelijks over nieuwigheden in autoland.

Terwijl almaar meer personenwagens verkrijgbaar zijn met vierwielaandrijving, laten almaar meer SUV-eigenaars die optie achterwege. Begrijpe wie kan.

We hebben hier al vaker de lof gezongen van Ferdinand Piëch, de almachtige voorzitter van de Raad van Commissarissen van Volkswagen. De nu 77-jarige Oostenrijker is een levende legende die de geschiedenis zal ingaan als misschien wel de meest invloedrijke automanager van zijn generatie. Zijn verdiensten zijn zo mogelijk nog groter dan die van zijn grootvader, Ferdinand Porsche die wereldwijde bekendheid verwierf als de geestelijke vader van de VW Kever.

Ferdinand Piëch is een briljante ingenieur, een meesterlijke strateeg en een uitzonderlijke persoonlijkheid die zelden of nooit zijn doel mist. Of hij een slechte verliezer is? Wie zal het zeggen van iemand die altijd en overal wint. Beroemd is zijn uitspraak op de vooravond van de 24 Uren van Le Mans over de zegekansen van Porsche… de slechtse plaats na de eerste is de tweede! Het typeert de gedrevenheid en onverzettelijkheid waarmee hij zijn objectieven nastreeft.

Vorsprung durch Technik

Een tweederangsrol is niet aan Ferdinand Piëch besteed – nu niet en ook in de jaren zeventig niet. Toen hij in 1972 – noodgedwongen – overstapte van Porsche naar VW-dochter Audi trof hij een automerk aan zonder de minste uitstraling en ambitie. Twintig jaar gaf hij zich de tijd om van Audi een premiummerk te maken dat Mercedes-Benz naar de kroon kon steken onder het motto ‘Vorsprung durch Technik.’

Piëch hield woord: begin 1993 trok hij in Ingolstadt de deur achter zich dicht om in Wolfsburg voorzitter te worden van Volkswagen. Het merk met de vier ringen is intussen concurrent Mercedes-Benz voorbijgestoken en het knaagt ijverig aan de voorsprong van BMW.

Cruciaal in de opgang van Audi was de introductie van vierwielaandrijving. De idee rijpte tijdens roadtests met de nieuwe Audi 100 in Scandinavië waarbij de nieuwkomer het op de onverharde en gladde wegen aldaar moest afleggen tegen de VW Iltis, een rudimentaire kleine 4×4 terreinwagen bestemd voor het Duitse leger. De visionair Piëch zag een gat in de markt voor personenauto’s met vierwielaandrijving en gaf opdracht om een prototype te ontwerpen op basis van de Audi 80. In maart 1980 was het zover. Op het Autosalon van Genève haalde hij het doek van de Audi Quattro Coupé, een sportcoupé met turbomotor én vierwielaandrijving. De autowereld keek vol bewondering toe en toen de Audi Quattro ook nog wereldkampioen rally werd, lag de weg open voor door de grote doorbraak.

Pro en contra

Ook een merk als Subaru dankt zijn populariteit aan vierwielaandrijving. Premiummerken als Mercedes-Benz en BMW hielden de boot lange tijd af, misschien zelfs té lang. Want Audi pikte almaar meer marktaandeel in en werd razend populair bij een jong en sportief publiek dat over een bedrijfswagen beschikt.

Ondertussen bieden Mercedes-Benz (4matic) en BMW (x drive) vierwielaandrijving aan op bijna hun complete gamma. Zelfs nichemerken als Alfa Romeo, Jaguar en Porsche of grote volumemerken als Opel, Skoda of Toyota beschikken nu over modellen die op de vier wielen worden aangedreven – tegen een forse meerprijs. De sportieve en bemiddelde klant neemt daar echter geen aanstoot en is bereid die meerprijs te betalen. De premiummerken – traditioneel met achterwielaandrijving – kunnen het zich niet meer veroorloven om deze optie achterwege te laten op hun topmodellen.

Waarom dat zo is? Vierwielaandrijving belet dat de wielen doordraaien wegens méér grip bij het vertrekken en optrekken, ook in normale omstandigheden. Of vierwielaandrijving een hogere snelheid in de bochten mogelijk maakt? De middelpuntvliedende kracht is voor iedereen gelijk, vierwielaandrijving biedt hier geen voordeel. Dat heeft ook te maken met de elektronische veiligheidssystemen in de moderne auto’s die automatisch ingrijpen wanneer het fout dreigt te gaan. Ook bij het remmen levert het systeem van vierwielaandrijving geen extra bonus op: de remafstand van een voor- of achterwielaangedreven auto verschilt niet of nauwelijks van een gelijkaardig model met vierwielaandrijving. Weg dus de surplus aan veiligheid waarmee weleens wordt geschermd.

Vandaar de terechte vraag: is vierwielaandrijving een zinvolle investering of hebben we hier te maken met een prestigeobject? Het systeem kost gemiddeld 2.000 à 3.000 euro extra en drijft ook nog eens het verbruik en CO2-uitstoot de hoogte in, omdat het de auto zwaarder maakt. Het meerverbruik schommelt tussen 0,5 l/100 km tot 1 l/100 km. Maar wat maakt dat uit, hoor ik je al zeggen, als de klant zijn bedrijfswagen kan voltanken op kosten van het bedrijf? Een compacte SUV als bedrijfswagen, het is veeleer uitzondering dan regel. In het geval dat de klant zelf moet opdraaien voor de brandstofkosten zal die allicht extra uit zijn doppen kijken en prijzen nauwgezet vergelijken. En wat stel je dan vast? Dat hij of zij wel bereid is om extra te betalen voor de (vermeende) voordelen van een SUV maar bespaart op dure extra’s als vierwielaandrijving. Ook al omdat hij of zij zelden of nooit off road rijdt. Conclusie van het verhaal: het verstand zegt neen, het hart ja.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content