Nieuwe Renault Espace: de kracht van de verandering (video)

Een tijdlang zag het ernaar uit dat de vierde generatie Renault Espace geen opvolger zou krijgen, tot marktonderzoek uitwees dat er wel degelijk plaats is voor een luxueuze crossover. En die staat vanaf volgende week in de showroom. De vijfde generatie Espace is anders, maar is zij ook beter?

Monovolumes zijn een Amerikaanse uitvinding. Op aangeven van moederhuis Chrysler gaf dochterbedrijf Dodge midden van de jaren zeventig opdracht een auto voor grote gezinnen te ontwerpen. Fergus Pollock werkte toen als designer voor Chrysler UK en mocht tijdens een werkbezoek aan zijn collega’s op het hoofdzetel in Detroit achter de schermen kijken van het geheime project T-115 dat in 1983 zou uitmonden in de Dodge Caravan. Terug thuis startte hij een eigen project op, met de codenaam P16 – overtuigd als hij was van de potentie van het concept voor de Europese markt. Toen Chrysler Europe in 1978 onverwacht in handen kwam van Peugeot belandde zijn voorontwerp in een Parijse papiermand.

Philippe Guédon kon Renault overtuigen

Ondertussen was ook Matra-topman Philippe Guédon – op zakenreis in Detroit – onder de indruk van de enorme flexibiliteit van de Amerikaanse Vans. Terug thuis belastte hij een team van ingenieurs en designers met het ontwerp van een gebruiksvriendelijke en moduleelbare monospace voor zeven passagiers. Matra bouwde op dat moment kleine series voor Renault. Guédon legde zijn ontwerp voor aan Renault-baas Bernard Hanon die een tijdje in de VS had gewerkt en dus vertrouwd was met het fenomeen monovolume.

In ruil voor een samenwerkingsakkoord eiste hij echter enkele ingrijpende wijzigingen aan het oorspronkelijk ontwerp zoals voorwielaandrijving en een vlakke laadvloer. Dat bood Renault de mogelijkheid om de monospace – zonder al te veel kosten – om te vormen tot een bestelwagen, indien de nieuwkomer niet het verhoopte succes zou kennen. Daar zag het er ook even naar uit. In de eerste maand na zijn lancering in 1984 werden slechts 9 exemplaren van de nieuwe Espace verkocht en ook in de gespecialiseerde pers maakte de originele ruimtedoos op wielen geen al te beste beurt. Dankzij de opvallende reclameslogan… de auto die door de kinderen wordt gekozen, door mama wordt bestuurd en door papa wordt betaald, viel gelukkig alles in de plooi.

Vriend des huizes

In de daaropvolgende jaren groeide de Espace uit tot een icoon: van de vier generaties werden in totaal werden 1,2 miljoen exemplaren verkocht. De ruimtedoos op wielen groeide uit tot een vriend des huizes. Vanaf de tweede generatie verloor hij zijn hoekige kanten, hij werd ronder en eleganter – zonder in te boeten aan originaliteit en functionaliteit. Want net zijn eigenzinnig voorkomen en futuristische karaktertrekjes maakten hem zo geliefd bij creatieve geesten én sportieve gezinnen. Door de hoge zitpositie en grote ruitoppervlakten had je als bestuurder bovendien een uitstekend overzicht over het verkeer terwijl de passagiers volop konden genieten van het landschap.

Tijden veranderen, smaken van consumenten ook

Maar de tijden veranderen en ook de smaken van de consument veranderen. Vanaf eind van de jaren tweeduizend ging de verkoop van monovolumes plots snel bergaf, door het succes van de SUV’s. Lange tijd zag het ernaar uit dat er geen vijfde generatie van de Espace zou komen, tot marktonderzoek uitwees dat er wel degelijk een toekomst was weggelegd voor een luxueuze crossover. In mensentaal is dat een combinatie van een berline, monovolume en SUV – een kolfje naar de hand van de Nederlandse designdirecteur Laurens van den Acker, die carte blanche kreeg van Renault-topman Ghosn.

De vijfde generatie ziet compleet anders uit dan de vier vorige: minder strak gestroomlijnd, meer gebald en struis. Een brok emotie op wielen, met futuristische trekjes. Parkeer hem in een drukke stadsomgeving, en hij valt op en wekt nieuwsgierigheid op. Plaats hem in een desolaat landschap en hij lijkt een maanauto die vragen oproept. Met andere woorden, de nieuwe Espace heeft vele gezichten en facetten. Hij is groot maar niet plomp, biedt plaats aan vijf tot zeven passagiers plus bagage. Die denken wellicht met weemoed terug aan de grote ruitoppervlakken van de vorige generaties, maar in ruil zitten ze nu ruimer en comfortabeler in een interieur dat verfijnde luxe en degelijkheid uitstraalt. De gebruikte materialen zijn van hoge kwaliteit. Met één druk op de knop klappen de zetels naar beneden tot een vlakke laadvloer. De kofferruimte is minder royaal dan voorheen maar blijft met maximaal 2.000 liter toch best of class. Ook op het vlak van originaliteit, flexibiliteit en functionaliteit scoort de nieuwkomer hoog. Er is geen twijfel mogelijk: met de Espace zoekt Renault aansluiting bij het luxesegment dat gedomineerd wordt door de Duitse premiummerken.

De consument beslist wie premium is en wie niet

Tijdens de presentatie valt het woord ‘premium’ echter niet één keer. Renault-woordvoerder Karl Schuybroek: “De Espace is het uithangbord van Renault. Ook in België, de op twee na belangrijkste markt voor dit model. Vandaar dat wij bij de keuze van de materialen en afwerking gekozen hebben voor topkwaliteit. Dat geldt ook voor de assistentie- en connectiviteitssystemen. Dat wij het woord ‘premium’ achterwege laten in onze communicatie, is een bewuste keuze. De beoordeling van onze kwaliteit laten we over aan de klant. Die is wijs genoeg om zelf te oordelen wie premium is en wie niet.”

Een testrit in Zuid-Frankrijk over een geaccidenteerd parcours bevestigt dat de nieuwkomer ook qua rijprestaties en comfort een plaats bij de allerbesten verdient. Dat heeft er onder andere mee te maken dat hij 250 kg lichter is dan zijn voorganger, door het gebruik van lichtmetalen. Daarnaast kunnen de stuurbekrachtiging en vering tijdens het rijden door het zgn. Multi-Sense systeem worden aangepast aan de persoonlijke rijstijl. Vierwielsturing zorgt bovendien voor een betere rijstabiliteit en is een welgekomen hulp bij het manoeuvreren of parkeren.

Binnenin hebben de designers inspiratie gezocht in de luchtvaart. De middenconsole wordt gedomineerd door een groot beeldscherm (9 inch) dat zich als een tablet laat bedienen. Het systeem omvat navigatie, communicatie en entertainment. Voor wie niet vertrouwd is met de moderne computertechnologie vergt de bediening weliswaar vergt enig studiewerk, maar het systeem werkt wel feilloos. De ergonomie is voorbeeldig: alle instrumenten en knoppen liggen binnen zicht- en handbereik, de zetels zijn meervoudig verstelbaar en geven een zeer goede ondersteuning aan het lichaam.

Beperkt motorenaanbod

De nieuwe Espace is leverbaar met een 1.6 liter turbodiesel en 1.6 liter turbobenzinemotor, zo gewenst in combinatie met een 6- of 7-trapsautomaat met dubbele koppeling. Dat is een bescheiden motorenaanbod voor een model dat zich situeert in de hogere prijsklasse (vanaf 34.500 euro). Met twee personen aan boord rijden zowel de benzine- als dieselversie aangenaam vlot én zuinig, al bereiken ze niet het topniveau van de Duitse merken. Een hybrideversie is niet gepland.

Conclusie: de vijfde generatie Espace is anders én beter dan haar voorgangers, vooral inzake rijcomfort, gebruiksgemak en aanbod van assistentiesystemen en infotainmentoepassingen. Qua kwaliteit van afwerking en gebruikte materialen verdient zij het predicaat ‘premium’. Het beperkte motorenaanbod en de afwezigheid van alternatieve aandrijfsystemen gelden als minpunten. Die kunnen straks een obstakel vormen om opnieuw een sterke positie te kunnen innemen op de fleetmarkt die in ons land bepalend is voor het marktaandeel van een merk.