Van 4 tot 19 oktober is het in Parijs verzamelen geblazen voor de tweejaarlijkse Mondial de L’Automobile met dit keer een recordaantal premières. Een vooruitblik op wat ons te wachten staat.
De cijfers liegen niet: de Duitse merken geven de toon aan, de Franse constructeurs zijn op achtervolgen aangewezen en ondervinden hoe langer hoe meer concurrentie vanwege de Aziatische autobouwers die in Europa een sterk offensief hebben ingezet.
Nog is het onzeker wie op het einde van het jaar de nummer één in de wereld wordt: behoudt Toyota zijn status of slaagt Volkswagen erin om zijn Japanse concurrent in extremis voorbij te spurten? Het wordt een dubbeltje op zijn kant waarbij Toyota over de beste kaarten lijkt te beschikken. Maar met Duitsers in het spel weet je nooit wie uiteindelijk als winnaar het strijdperk verlaat.
Waar veel licht is, is ook veel schaduw
De autowereld vertoont vandaag twee gezichten. Wereldwijd floreert de autoverkoop als nooit tevoren terwijl het in Europa nog altijd wachten is op een echte heropleving van de verkoop.
Daardoor draaien de fabrieken in Frankrijk en Italië nog altijd ver beneden hun niveau van voor de economische crisis, wat maakt dat de Franse en Italiaanse merken met de rug tegen de muur staan. Met name Fiat beleeft de moeilijkste jaren uit zijn bestaan en blijft de verliezen opstapelen. De Italiaanse autogroep investeert almaar minder in nieuwe modellen en innovatieve technologie en verliest daardoor de aansluiting met zijn directe concurrenten. Tot groot ongenoegen van de Fiat-dealers die bij gebrek aan nieuwe en attractieve modellen hun trouwe klanten zien overlopen naar andere merken. Zij voelen zich in de steek gelaten door de Fiat-top in Turijn én vrezen voor hun toekomst.
Maar ook de Franse constructeurs hebben alle moeite van de wereld om te overleven. Dat heeft ermee te maken dat zij veel minder dan de Duitse merken kunnen profiteren van de hausse buiten Europa, omdat zij te lang zijn blijven focussen op Europa. Als de Duitse (premium)merken dit jaar kunnen pronken met recordwinsten dan hebben zij dat in grote mate te danken aan hun successen buiten Europa, met name in Azië en de Verenigde Staten.
Made in Germany wordt overigens hoe langer hoe meer een rekbaar begrip. We stellen vast dat de Duitse constructeurs hun nieuwe fabrieken buiten Europa bouwen, om flexibeler te kunnen inspelen op de marktevoluties in de zogeheten groeimarkten én om goedkoper te kunnen produceren. Aan de ene kant liggen de lonen daar veel lager en aan de andere kant kunnen zij er profiteren van sociale en fiscale voordelen die zij op een schoteltje krijgen aangereikt door de respectievelijke regeringen – in ruil voor nieuwe arbeidsplaatsen.
Om dezelfde redenen bouwen de Aziatische merken fabrieken in landen van het voormalige Oostblok; terzelfder tijd rekenen zij af met bestaande vooroordelen tegen importauto’s uit Japan en Zuid-Korea. Van invoer vanuit China is voorlopig nog geen sprake, gelukkig maar vanuit hoofde van de tewerkstelling in de West-Europese autofabrieken.
De Duitse merken geven weliswaar de toon aan, maar zij staan tegelijk onder enorm zware druk om de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen te reduceren. Die mag vanaf 2021 nog maar 95 g/km bedragen voor het geheel van de vloot en dat is een probleem voor die constructeurs die over een ruim assortiment van grote en zware modellen beschikken.
Dat dwingt hen tot zeer hoge investeringen in onderzoek en ontwikkeling van innovatieve technologieën die zo zwaar doorwegen op hun bedrijfsresultaten dat zij nieuwe ingrijpende besparingsmaatregelen hebben aangekondigd. Bovendien zijn zij verplicht om hun gamma fors uit te breiden met kleine modellen die weinig verbruiken.
Voor de Franse, Italiaanse en Aziatische volumemerken is dat probleem minder groot omdat die sowieso focussen op kleine en middelgrote wagens – met kleinere en zuinige motoren.
Quelle nouvelle
De tijd dat ieder land elk jaar een groot autosalon organiseerde, dat is voltooid verleden tijd. België moet zowat het enige land in Europa zijn dat er nog in slaagt om elk jaar ruim een half miljoen enthousiaste autoliefhebbers op de been te brengen voor een event van dit omvang. Zelfs autolanden als Duitsland en Frankrijk zijn uit economische noodzaak overgeschakeld op een tweejaarritme waarbij Parijs de eer te beurt valt in de pare jaren een internationaal autosalon te organiseren.
Omdat de automerken in zoveel mogelijk segmenten present willen zijn, uit economische noodzaak of uit prestigeoverwegingen, worden we al enkele jaren geconfronteerd met een tsunami aan nieuwe modellen. Wie straks in Parijs op één dag alle nieuwigheden van nabij wil bekijken, komt gegarandeerd tijd te kort. Als er één rode draad doorheen het salon loopt dan is het wel deze: de nieuwe auto’s worden kleiner, lichter en milieuvriendelijker. Dat is nodig om over enkele jaren te kunnen beantwoorden aan de nieuwe, lees strenge Europese uitlaatnormen.
Uit de vele tientallen wereld- en Europese premières pikken we enkele nieuwkomers uit die de moeite waard zijn. Te beginnen met de Audi TT, een sportieve tweezitter met grote koffer die in zijn krachtigste versie een attractief alternatief is voor de veel duurdere Porsche
Cayman, onder andere. De AMG GT – gebouwd door een dochterbedrijf van Mercedes – behoort ongetwijfeld tot dé blikvangers van dit salon.
Dat geldt evenzeer voor de Mazda MX5 die op een nieuw platform staat en over de allernieuwste SkyActive – technologie beschikt die hem voorbestemt om een bestseller te blijven in het segment van de open tweezitters. De nieuwe MX5 is misschien wel de mooiste nieuwkomer van het jaar.
De prijs voor de origineelste creatie gaat naar de Renault Twingo en Smart, een gemeenschappelijk project van Renault en Mercedes-Benz dat aangeeft dat de investering in nieuwe modellen en concepten zoveel knowhow vergt én geld kost dat zelfs grote merken verplicht zijn om te gaan samenwerken. In tegenstelling met de Twingo zal de Smart als twee- én vierdeurs te koop zijn.
Een andere interessante nieuwkomer is de Skoda Fabia die een te duchten concurrent wordt voor de VW Polo maar ook voor de nieuwe Hyundai i20 of Opel Corsa die hier hun wereldpremière vieren en dé volumemodellen zijn van hun merk in Europa.
In Parijs wordt ook het doek gehaald van de Jaguar XE waarmee het roemrijke merk kandidaat-kopers van een Audi A4, BMW 3 en Mercedes C-klasse een alternatief wil aanbieden dat meer dan een overweging waard is. Jaguar is nog altijd een naam die klinkt als een klok en een unieke plaats inneemt in de internationale automobielgeschiedenis. Dat geldt evenzeer voor Mercedes-Benz dat hier de CLA Shooting Brake onthult die van de A-klasse de meest veelzijdige én attractieve modellenreeks maakt.
Op de stand van Volkswagen zullen alle ogen gericht zijn op de nieuwe Passat, de ideale combinatie van bedrijfs- en gezinswagen die veel waar voor zijn geld biedt. De nieuwe Volvo XC 90, Land Rover Discovery en Lexus NX hebben een andere doelgroep voor ogen, maar zijn daarom niet minder begerenswaard.
Dat geldt overigens ook voor de Fiat 500 X waarmee de Italiaanse constructeur aantoont dat hij toch nog een plaatsje onder de zon verdient, ondanks alle terechte kritiek.
Lang niet alle nieuwigheden zijn hier de revue gepasseerd, maar geen nood. De volgende week zijn we er opnieuw met een vervolg.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier