Minerva is zonder meer een van de mooiste merken uit de Belgische autogeschiedenis. Daarom loopt er in Autoworld een tijdelijke expositie over het merk in samenwerking met de Belgian Vehicle Heritage Club.
Vlak voor de Eerste Wereldoorlog genoot Minerva wereldwijd een uitstekende reputatie. Het was de wagen waarin staatshoofden en bekende personen werden vervoerd. Zelfs ene Henry Ford reed privé met een Minerva. Aanvankelijk, in 1897, was Minerva slechts het klein Antwerps fietsenbedrijfje van Sylvain De Jong en zijn broers Hendrik en Jacques. Vervolgens kregen die fietsen ook motoren die steeds krachtiger werden tot het echte motorfietsen werden. In 1903 stelt Minerva haar eerste vierwieler voor en binnen de kortste keren volgen er grotere auto’s. Men waagt zich ook aan een veel stillere wagen die een nieuwe motor krijgt met het “Sleeve Valve” systeem, zonder conventionele kleppen. Sylvain De Jong wilde wagens bouwen die bijzonder comfortabel waren en werkingsstilte was daarbij essentieel. In de jaren twintig was Minerva op het toppunt van haar succes. De wagens concurreerden met Rolls-Royce, Isotta-Fraschini, Hispano-Suiza of Duesenberg. Eind 1929 kwam het meest luxueuze model op de markt. Deze AL had een 6,5 liter grote achtcilinder in lijn, goed voor 40 pk. Jammer genoeg overleefde het bedrijf de crisis van 1931 niet en ging het medio 1934 in faling. Later werden er nog enkele vrachtwagens gebouwd en na de Tweede Wereldoorlog mocht Minerva onder licentie Land Rovers assembleren voor het Belgische leger.(Belga)
