Urbain Vandormael

Manipulatie statistieken pechverhelping roept vragen op over betrouwbaarheid Duitse auto’s

Urbain Vandormael Expert autosector. Schrijft op Knack.be wekelijks over nieuwigheden in autoland.

Tien jaar lang vervalste een directeur van de grootste automobilistenclub van Duitsland (ADAC) de verkiezing van de Gelbe Engel, dat is de lievelingsauto van de Duitsers. Nu blijkt dat ook de statistieken van de pechverhelpingsdienst stelselmatig werden gemanipuleerd, rijzen er vragen over de betrouwbaarheid van de Duitse auto’s.

De etterbuil is opengebarsten, eindelijk. Het eigengereid optreden van sommige directeurs van de grootste Duitse automobilistenclub was velen een doorn in het oog, maar niemand die zijn stem durfde te verheffen. Ook de automerken niet wanneer die zich benadeeld voelden. Met 19 miljoen leden is ADAC de grootste en machtigste automobilistenclub van Europa en zo’n vereniging houd je beter te vriend als je moet leven van de verkoop van auto’s.

In een ledenorganisatie heeft de algemene vergadering het laatste woord, maar wat als niemand kritische vragen durft te stellen

ADAC ontvangt jaarlijks zo’n 1 miljard euro aan lidgelden, maar heeft daarmee niet genoeg. De automobilistenclub haalt ook inkomsten uit pechverhelping voor rekening van een 15-tal automerken, uit autoverhuur en verkoop van auto-onderdelen en verzekeringen, uit het uitbaten van garages, het uitvoeren van technische keuringen, het verlenen van advies inzake mobiliteit en het organiseren van reizen. Hoewel dat commerciële activiteiten zijn, geniet ADAC van een fiscaal voordelig statuut dat jaarlijks miljoenen euro extra oplevert voor de clubkas. De politiek is hier perfect van op de hoogte, maar geen enkele politieker die het ooit heeft aangedurfd om die voorkeursbehandeling in vraag te stellen. Want in dat geval zou hij ongetwijfeld hard worden aangepakt in ADAC Motorwelt, het ledenmagazine dat in een op de vier Duitse gezinnen in de bus valt.

ADAC ontsnapt door zijn speciaal statuut aan inspecties van hogerhand en ook de leden hebben weinig of geen inzicht in de rekeningen noch inspraak in het beleid. De feitelijke macht berust bij de voorzitter en enkele vertrouwelingen op directeursposten. Die worden in principe verkozen door de algemene vergadering die bestaat uit vertegenwoordigers van de 18 regionale clubs. In de praktijk gaat het om een geleide democratie… wie braaf is krijgt lekkers, wie stout is de roe. De voorzitter en het hoofdbestuur hebben een patent op het vakkundig uitrangeren van moeilijke vragenstellers. Meteen begrijpt u waarom de voorzitter en zijn directeurs quasi een leven lang op hun stoel kunnen blijven zitten en zelden of nooit verantwoording moeten afeggen voor wat zij doen en niet doen. Waar de ADAC-voorzitter en zijn gevolg ook opduiken, steeds kunnen de heren rekenen op een voorkeursbehandeling – tot in de ambtswoning van kanselier Angela Merkel toe. Met name communicatiedirecteur Michael Ramstetter was zo zelfvoldaan en gedroeg zich zo onhebbelijk tegenover derden dat werkelijk iedereen in een brede boog om hem heen liep. Hij voelde zich zo oppermachtig dat hij altijd en overal het hoge woord wilde voeren en er niet voor terugdeinsde om andersdenkenden brutaal te mond te snoeren.

Persoonlijke willekeur van één man

Dat is nu verleden tijd – tot opluchting van de hele sector. Begin januari deden de eerste geruchten de ronde over mogelijk gesjoemel bij de verkiezing van de Gelbe Engel 2014. Die is niks meer of minder dan de lievelingsauto van de Duitsers die elk jaar door de ADAC-leden wordt verkozen – bij geheime stemming welteverstaan. Zo viel het voor de buitenwereld niet te achterhalen dat in 2014 slechts 3.400 van de 19 miljoen ADAC-leden voor de VW Golf hadden gestemd. Het jaar voordien viel de eer te beurt aan de Mercedes A-klasse en nog een jaar eerder kwam de Audi Q3 als lievelingsauto van de Duitsers uit de bus, een auto waarvan niet eens 3.000 exemplaren waren verkocht.

Toen al rees er grote twijfel over het correcte verloop van de verkiezing, maar niemand die de communicatiedirecteur om uitleg durfde vragen. In plaats van hun vinger op te steken, lieten verbolgen autobazen zich demonstratief verontschuldigen op de prijsuitreiking – erg moedig was dat niet.

Uiteindelijk zorgde een lek binnen de eigen de ADAC-organisatie voor opheldering. Bleek dat de communicatiedirecteur willekeurig bepaalde wie de eerste prijs in de wacht sleepte, wie de tweede, wie de derde, wie de vierde, wie de vijf. Om alle sporen uit te wissen, draaide hij de stembiljetten eigenhandig door de papierversnipperaar. Zo was het telkens woord tegen woord, en tien jaar lang had de etter het laatste woord.

Diens brood men eet, diens woord men spreekt

“Dat één persoon gedurende tien jaar ongestoord de verkiezing van de Gelbe Engel kan manipuleren, is totaal onbegrijpelijk en valt niet goed te praten.” Aldus de vernietigende reactie van professor Ferdinand Dudenhöffer van het Center Automotive Research (CAR) van de Universiteit van Duisburg op het gesjoemel. Die uitspraak leidde tot het ontslag wegens zware fout van Michael Ramstetter, een week later volgde het vrijwillig ontslag van ADAC-voorzitter Peter Meyer. Maar nu al staat vast dat er nog meer koppen zullen rollen.

Want ADAC sjoemelde niet alleen met de verkiezing van de Gelbe Engel, het manipuleerde ook de pechverhelpingsstatistieken. Die hangen een beeld op van de betrouwbaarheid van de verschillende modellen op de Duitse markt. Modellen die vaak in panne staan, scoren slecht en bekomen vanzelfsprekend negatieve commentaren in de autopers. Met name de Italiaanse en Franse merken hebben hieronder vaak te lijden in de Duitse media, maar ook daarbuiten. De zogeheten ADAC-Pannenstatistik gold immers als zeer geloofwaardig en dus gebruikten ook buitenlandse autojournalisten voornoemde informatiebron als referentie om een model de hemel in te schrijven of af te kraken.

Ondertussen weten we beter. Blijkt dat in 2012 slechts 4 procent van de 4,2 miljoen interventies in de officiële statistieken werd opgenomen. Welke wel, welke niet? ADAC houdt voorlopig de lippen stijf op elkaar. Dat kan ermee te maken hebben dat ADAC ook pechverhelping uitvoert voor rekening van een 15-tal merken (Cadillac, Chevrolet, Citroën, Ford, Honda, Hyundai, Jaguar, Kia, Land Rover, Mercedes, Nissan, Opel, Peugeot, Smart en Volvo) en dat het die klanten niet voor het hoofd wil stoten… diens brood men eet, diens woord men spreekt! Dat verklaart allicht ook waarom de ADAC-Pannenstatistiek nooit melding heeft gemaakt van de problemen met de wonderdiesel van de Mercedes E 220 CDI en 250 CDI in de winter van 2009/2010. Duizenden dieselinjectoren weigerden toen dienst, maar niet één geval haalde de statistieken. De vervanging van de kapotte injectoren onder garantie kostte Daimler naar verluidt een half miljard euro, maar de problemen belandden in de doofpot – zonder imagoschade voor het merk. Ook de andere premiummerken Audi en BMW scoren goed tot zeer goed in de betrouwbaarheidsstatistieken. Is het een toeval dat ook die gebruikmaken van een eigen pechverhelpingsdienst?

Wat begon als gesjoemel bij een populariteitspoll neemt stilaan de omvang aan van een misdrijf dat de geloofwaardigheid van een hele sector dreigt onderuit te halen. Want hoe betrouwbaar zijn de Duitse auto’s nu nog in de ogen van de consument? Het valt mij op dat de automerken geen gerechtelijke stappen ondernemen tegen de ADAC-top, waarom niet? En waarom reageert de politiek nog altijd in zeer bedekte termen op de gebeurtenissen van de voorbije weken? Waarop wacht de kanselier om de voorkeursbehandeling van ADAC op de politieke agenda te zetten? Wordt ongetwijfeld vervolgd.

Situatie in België

Of zoiets zich ook in België zou kunnen voordoen? Zowel Touring als VAB verrichten pechverhelping voor rekening van verschillende automerken maar maken daar geen geheim van. In tegenstelling tot ADAC publiceren zij geen pannenstatistieken en onthouden zich dus van het verspreiden van misleidende informatie aan de consument.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content