Audi, BMW en Mercedes zijn al jaren oppermachtig in het premiumsegment. Daar kan binnenkort verandering in komen, schrijft Urbain Vandormael over de drie nieuwe modellen die Jaguar lanceert.
Audi, BMW en Mercedes zijn al jaren oppermachtig in het premiumsegment. Daar kan binnenkort verandering in komen. Ter gelegenheid van zijn 80ste verjaardag lanceert Jaguar immers drie nieuwe modellen die de suprematie van voornoemde Duitse merken kunnen bedreigen. De compacte XE verkoopt als warme broodjes, de nieuwe XF maakte zopas een opgemerkt debuut en op de F-Pace is het nog even wachten.
Automerken komen en gaan. De teloorgang van de Engelse autonijverheid is daar het beste voorbeeld van. Ook Jaguar heeft moeilijke tijden beleefd maar die behoren – gelukkig – tot het verleden sinds een steenrijke Indiase staalmagnaat in 2007 het roemrijke merk voor een habbekrats overnam van de toenmalige eigenaar Ford Motor Company, die zelf in ernstige financiële moeilijkheden was geraakt.
Reddende hand vanuit een onverwachte hoek
De reddende engel waarvan sprake is Ratan Tata (78). Die regeert over een industrieel imperium met vestigingen in 96 landen, in diverse sectoren. Als vooruitziend ondernemer heeft hij niet alle eieren in één mand gelegd en zo is zijn Tata Group ook actief in de automobielsector.
Met de overname van Land Rover Jaguar verwierf die op een goedkope manier zowel technologische knowhow als imago, want Land Rover en Jaguar zijn gevestigde waarden in de internationale autowereld.
De geschiedenis van Jaguar gaat terug tot 1935. Nauwelijks een jaar later won de nieuwkomer de RAC Rally, de start van een lange reeks van overwinningen in de meest uiteenlopende autosportdisciplines. Alleen een zege of wereldtitel in de Formule 1 heeft er nooit ingezeten.
Na de Tweede Wereldoorlog maakte Jaguar naam als constructeur van sportieve en elegante twee- en vierdeursmodellen. Het bekendste is de E-type, sinds 1961 op de markt als coupé en cabrio en zonder twijfel een van de markantste sportwagens uit de naoorlogse geschiedenis. Door een zwak management, verkeerde beleidsbeslissingen en destructieve acties van de machtige bonden slaagde Jaguar er nooit in om een winstgevend bedrijf te worden.
Ratan Tata heeft Jaguar niet alleen van de ondergang gered maar ook de wederopstanding van het iconische merk ingeleid door meteen miljarden te investeren in de ontwikkeling van nieuwe modellen en motoren én door vertrouwen te geven aan een ambitieus team van ex-managers van Duitse premiummerken.
Stijlbreuk met het verleden
Als de XF – een ontwerp van Ian Callum op basis van een Amerikaans Ford platform – in 2007 als vervanger van de legendarische S-type op de markt komt, betekent dat een ingrijpende stijlbreuk met het verleden. Toch refereert de XF naar het DNA van Jaguar en luidt die een nieuw designtijdperk in voor het merk.
Het succes geeft de behoudsgezinde criticasters ongelijk: van de eerste generatie XF worden over een periode van zeven jaar 280.000 exemplaren verkocht en met 145 bekroningen is hij ook het meest gelauwerde Jaguar-model ooit. Zelfs vorig jaar – toen al bekend was dat een opvolger er zat aan te komen – tekenden 48.000 liefhebbers nog snel een bestelbon.
Die tweede generatie XF staat vanaf volgende maand in de showroom en lijkt op het eerste zicht op een facelift, maar schijn bedriegt. De nieuwkomer staat op het gloednieuwe variabele Jaguar-platform, is 7 cm korter en minimaal lager maar biedt door zijn langere wielbasis meer beenruimte achteraan. Het chassis bestaat voor 75 procent uit aluminium, is 28 procent stijver en 11 procent lichter en weegt amper 282 kg – de beste score in zijn segment. De voor- en achtersteven zijn compleet hertekend, de stroomlijn is deze van een coupé. Die gaat voor een keer niet ten koste van het in- en uitstappen.
Het interieur oogt sober, is niettemin rijkelijk aangekleed én functioneel – zoals je dat kan verwachten van een merk met zo’n roemrijk verleden. Jaguar slaagde er indertijd als een van de eerste in om stijlvolle limousines sportieve rijeigenschappen te bezorgen – naar het voorbeeld van Bentley, maar op een lager prijsniveau en dus binnen het financieel bereik van een ruimer publiek.
Best of class in meerdere opzichten
83 procent van de onderdelen van deze tweede generatie XF is compleet nieuw en dat geldt ook voor de twee- en drieliterbenzine- en dieselmotoren die trekkracht koppelen aan een laag verbruik en lage CO2-uitstoot. Die bedraagt 104 g/km voor de handgeschakelde tweeliterdieselmotor (163 pk) en 109 g/km voor de automaat, wat deze versie zeer interessant maakt als bedrijfswagen.
Hierover Jaguar-woordvoerder Isabelle Michiels: ‘Onze ambitie bestaat erin om onze aanwezigheid op de bedrijfswagenmarkt sterker uit te bouwen. Met de compacte XE en nieuwe XF beschikken we over twee uitstekende producten om ons streefdoel te bereiken. Zowel qua prijs als CO2-waarde scoren we zeer goed in vergelijking met de Duitse premiummerken. Bovendien biedt Jaguar drie jaar garantie aan, wat een bijkomende troefkaart is.’
Het motorenaanbod omvat twee 2-l.-dieselmotoren van 163 en 180 pk, een 3-l. V6-dieselmotor van 300 pk, een 2-l.-benzinemotor van 240 pk en twee 3-l.-benzinemotoren V6 supercharged van 340 en 380 pk, al dan niet met vierwielaandrijving. Alle modellen zijn leverbaar met een 8-trapsautomaat, enkel de 2 l.-dieselmotoren zijn beschikbaar met een handgeschakelde versnellingsbak. Die faciliteert lagere verbruiks- en emissiewaarden en kost minder.
De prijzen variëren van 40.350 euro voor de 2 l. diesel (163 pk) met een handgeschakelde versnellingsbak tot 76.860 euro voor de 3 l. V6 Supercharged benzinemotor met vierwielaandrijving. De meerprijs voor AWL (All Wheel Drive) bedraagt 3.600 euro, wat niet bepaald een vriendenprijs is.
Dat geldt ook voor de opleg voor andere interessante opties en in die zin verschilt de Jaguar-aanpak niet van zijn Duitse concurrenten. Wie luxe wil, die betaalt daar een prijs voor. De premiummerken beheersen die tactiek intussen zo perfect dat de argeloze klant vaak onnodig veel geld uitgeeft aan compleet overbodige gadgets.
Wel inbegrepen in de basisprijs zijn een verbluffende rijdynamiek en ongeëvenaarde wegligging. Met de XF kan je zo hard door de bocht gaan dat zelfs de bestuurder het risico loopt wagenziek te worden. Niettemin, hoed af voor de ingenieurs die deze limousine echte sportwagenkwaliteiten hebben bezorgd.
Het gebeurt niet elke dag dat een automerk een nieuwe gezinsauto op een racecircuit laat proefrijden, als onderdeel van een eerste kennismaking. Wie dat aandurft, moet van goeden huize zijn!
Alternatief voor Duitse premiummerken
De nieuwe XF is van goeden huize, laat daar geen twijfel over bestaan. Hij refereert op een overtuigende wijze naar het DNA van het roemrijke merk dat zich geen beter geschenk voor zijn 80ste verjaardag kon wensen.
De tweede generatie XF is een stijlvolle en sierlijke verschijning met een herkenbaar gezicht en sportieve, masculiene look. Een regelrechte bedreiging voor de sterke positie van zijn Duitse concurrenten betekent hij nog niet, omdat die een over een ruimer motoren- en hybrideaanbod beschikken. Maar voor wie graag sportief onderweg is en respect wil tonen voor het milieu is hij wel degelijk een waardig alternatief.
Met een normverbruik van 3,9 l/100 km en CO2-uitstoot van 104 g/km voor de 2 l. dieselmotor geeft de Jaguar XF ook op het vlak van efficiëntie en duurzaamheid het goede voorbeeld.
Dat geldt overigens ook voor het zeer uitgebreide aanbod aan moderne rijhulp- infotainmentsystemen. De mogelijkheden zijn zo talrijk en divers dat ik mij afvraag of al die assistentie- en connectiviteitssystemen op het einde van de rit niet meer frustratie dan genoegdoening gaan opleveren. Wat moet ik hiermee, waar eindigt dit?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
