Jaguar blaast de productie van de C-X75 af. In deze economisch moeilijke tijden acht het Britse prestigemerk het niet meer verantwoord een supersportwagen van meer dan één miljoen euro op de markt te brengen.
Wellicht is dat een verstandige beslissing. Jaguar en Land Rover doen het momenteel erg goed en net daarom zou het dom zijn om de rendabiliteit van de onderneming in het gedrang te brengen voor een megalomaan prestigeproject dat de ontwikkeling van de C-X75 toch wel een beetje was. Natuurlijk is het doodjammer dat de mooie en exclusieve supersportwagen (voorlopig?) niet op de markt komt. Het was een prachtige opvolger geweest van de legendarische XJ-220. Ook de techniek zorgde voor innovatie, zowel op het vlak van aërodynamica, de aandrijving met hybride technologie, als de constructietechniek van het koolstofvezelchassis in samenwerking met het Williams F1-team. De eerste concept car van de C-X75 uit 2010 werd aangedreven door twee gasturbines en vier elektromotoren, die samen goed waren voor 900 pk. De latere versie, die ook in productie zou gaan, leverde 500 pk door een combinatie van een 1,6 liter benzineturbomotor en 2 elektromotoren. Jaguar betreurt de gang van zaken, maar liet al weten dat de gedane research zeker van pas zal komen bij de ontwikkeling van andere nieuwe modellen.(EDITOR : DLA)
