Urbain Vandormael

Ford Genk: Het laatste jaar wordt het moeilijkste

Urbain Vandormael Expert autosector. Schrijft op Knack.be wekelijks over nieuwigheden in autoland.

Eén maand nadat de Europese Ford-directie plechtig had beloofd dat de nieuwe Mondeo vanaf 2013 in Genk van de band zou lopen, kondigde Ford-topman Stephen Odell op donderdag 24 oktober 2012 de sluiting van de fabriek aan. Eind 2014 is het zover, het laatste jaar wordt het moeilijkste.

Onbegrip en machteloosheid, ook veel verdriet en woede in die dagen. De aangekondigde sluiting van de grootste Limburgse fabriek ging als een schokgolf door de provincie. De plechtige beloftes van de Europese Ford-directie aan het adres van vakbonden en ministers bleken een grote leugen. De vakbonden reageerden met een blokkade van de fabriek, in de hoop een hoge ontslagpremie in de wacht te kunnen slepen voor de vierduizend arbeiders en bedienden. Zij hebben hun slag thuisgehaald, en hebben ook een gunstige regeling voor de werknemers van de toeleveringsbedrijven uit de brand gesleept.

Sindsdien hangt er een sombere gelatenheid over de fabrieksterreinen links en rechts van de Henri Fordlaan. De spandoeken zijn weg, al verwachten we dat donderdag heel wat politici hun opwachting zullen maken aan de poorten van de fabriek, in de hoop dat zij door de televisiecamera’s in het vizier worden genomen. Op initiatief van diverse politieke overheden is een Strategisch Actieplan Limburg in het Kwadraat (SALK) uitgewerkt dat nieuwe werkgelegenheid moet scheppen in de provincie met de jongste bevolking van het land. Maar niemand die gelooft dat je op korte termijn 10.000 nieuwe jobs kunt creëren, nodig om het banenverlies door de sluiting op te vangen. Het aantal faillissementen in de getroffen regio neemt nog elke dag toe.

Op halve kracht

Op het voorbije Autosalon van Frankfurt was op de Ford-stand een voorafbeelding te zien van de nieuwe S-Max die vanaf 2015 in het Spaanse Valencia van de band zal lopen. Ook de productie van nieuwe Mondeo verhuist dan naar Valencia. Ondertussen loopt de productie in Genk op halve kracht en is men in juni overgeschakeld van twee shifts naar één. Daardoor worden dagelijks nog maar 500 wagens geproduceerd en is een beurtrol ingevoerd waarbij de arbeiders om beurt worden opgeroepen voor die ene shift.

225 vaste werknemers maakten in juni gebruik van de vrijwillige vertrekregeling. Meer dan de helft heeft ondertussen ander werk gevonden, minder betaald dat wel. De rest volgt een opleiding of kijkt de kat uit de boom. Dat doen ook de 4.000 vaste werknemers die de rit uitdoen en eind 2014 kunnen rekenen op een gouden handdruk die tot 15.000 euro hoger ligt dan de premie bij vrijwillig vertrek. Zij hebben dus nog een jaar de tijd om op zoek te gaan naar een nieuwe job, maar de meesten hebben weinig hoop. Het gaat meestal om laaggeschoolden die goed zijn in monotoon werk aan een hels tempo gedurende acht uur. Maar is daar vandaag vraag naar? De garagisten in Genk en omgeving klagen over een gebrek aan bekwame automekaniekers, maar de meeste Ford-arbeiders komen daar niet voor in aanmerking. Of zijn niet bereid om in te leveren op hun loon. Want Ford betaalt goed.

2014 wordt een moeilijk jaar voor Ford Genk, wellicht het moeilijkste uit zijn bestaan. Want wie wil er nog een Mondeo of S-Max kopen, wier houdbaarheidsdatum al enkele jaren is overschreden. Niet dat het slechte auto’s zijn, verre van. Maar hun design is achterhaald, en sommige technologische innovaties worden niet meer geïmplementeerd. Geen wonder dus dat de autoverkoop van Ford in België en Europa jaar na jaar daalt en dat het marktaandeel nog slechts 7,4 procent bedraagt, een historisch dieptepunt voor het eens zo succesvolle merk in onze contreien. Terwijl Ford dit jaar wereldwijd bijna drie miljard dollar winst zal boeken, loopt het verlies in Europa op tot zo’n 350 miljoen dollar. Europa is meer dan ooit het zorgenkind van Ford.

En wat met Audi Brussel en Volvo Gent?

Overproductie als gevolg van de implosie van de verkoop in Europa én de hoge loonkosten in ons land hebben volgens Ford-topman Stephen Odell de fabriek in Genk de das omgedaan. De Mondeo, S-Max en Galaxy liggen inderdaad niet meer goed in de markt, de consument heeft nu andere autoconcepten voor ogen – monovolumes zijn out, compacte SUV en crossovers zijn in. En de hoge loonkost is wat hij is, te hoog voor de werkgevers. De werknemers schudden het hoofd, hun nettoloon ligt lager dan in Duitsland en Nederland.

Met de sluiting van Opel Antwerpen viel de eerste dominosteen, Ford Genk was de tweede in de rij. Zijn straks Audi Brussel en Volvo Gent aan de beurt? Om rendabel te zijn, moet een autofabriek 75 tot 80 procent van zijn capaciteit kunnen benutten. Als werktijdverkorting, technische werkloosheid en andere alternatieven zijn opgebruikt, is sluiting onvermijdelijk. Dat is nu eenmaal een economische wetmatigheid. Maar een autofabriek kan je maar één keer sluiten. Een merk dat tot sluiting overgaat, schroeft zijn ambities terug en rekent niet meer op een heropleving van de economie op korte termijn. Van Audi’s moederbedrijf Volkswagen is bekend dat het wil doorstoten naar de eerste plaats op de wereldranglijst van autobouwers. Audi is onder de premiummerken de sterkste stijger en dat zijn elementen en argumenten die pleiten in het voordeel van Audi Brussel. Ware daar niet de provocaties en pesterijen van de lokale en regionale overheden die alle wettelijke mogelijkheden gebruiken en misbruiken om de goede werking van de Audi-fabriek in Vorst te dwarsbomen.

Over de toekomst van Volvo Gent lopen de meningen uiteen. De overname van Volvo in 2010 door het Chinese Geely heeft het bedrijf een boost gegeven. Na jarenlang aan banden te zijn gelegd door Ford, is er plots geld voor de ontwikkeling van nieuwe modellen en motoren. En voor twee nieuwe fabrieken in China. Als we de Belg Alain Visser, directeur verkoop en marketing worldwide van Volvo Cars, mogen geloven, dan vormen die nieuwe Chinese plants geen bedreiging voor de fabriek in Gent. “Op een teruglopende markt gaat Volvo vooruit. Wij verkopen nu zo’n 400.000 wagens per jaar, dat aantal willen wij verdubbelen. De fabriek in Gent is een van onze steunpilaren, daar bouwen wij onze volumemodellen en die liggen goed in de markt. Volvo Gent staat niet ter discussie op het Volvo-hoofdkantoor in het Zweedse Göteborg.” Hopelijk denken zijn bazen in China daar ook zo over.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content