Er komt geen einde aan de overnamegolf van Belgische autobedrijven door buitenlandse groepen. Eind vorige week raakte bekend dat de Zweedse autogroep Anders Hedin de vijf vestigingen van de Antwerpse Mercedes-verdeler Andries overneemt. Vorig jaar rijfden de Zweden al zeven verkooppunten van invoerder Mercedes-Benz Belux binnen. Maar ook andere merkverdelers staan op het verlanglijstje van buitenlandse autogroepen.
Terwijl de automerken recordwinsten boeken, verzeilen almaar meer merkverdelers in de financiële problemen. Volgens een betrouwbare bron werkt minstens de helft met verlies. Aan de ene kant moeten die zwaar investeren in deskundig personeel en moderne infrastructuur om gelijke tred te kunnen houden met de technologie revolutie die zich in snel tempo voltrekt.
Aan de andere kant slinken hun marges door de moordende concurrentie. Bij sommige volumemerken verdient een verdeler niet meer dan 150 à 200 euro aan de verkoop van een nieuwe wagen.
De autoverkoop op het niveau van een dealer is al enkele jaren geen winstgevende business meer. Daardoor kleurt de balans van de overgrote meerderheid van de familiale garagebedrijven dieprood en staat die voor een verscheurende keuze: of verkopen aan een collega die decennialang de grootste concurrent was of de deuren sluiten. Sinds kort is daar een derde variante bijgekomen: verkopen aan een buitenlandse autogroep.
Mercedes-garages liggen goed in de markt
Midden maart raakte bekend dat de autogroep Alcopa van de Antwerpse ondernemersfamilie Moorkens zijn garagebedrijven in ons land en Frankrijk in de etalage had gezet. Die garages zijn nu ondergebracht in Modis en realiseren een derde van de omzet van Alcopa. Die bedroeg vorig jaar net geen 2 miljard. De garagetak stelt 40 procent van de rond 2.300 werknemers van de autogroep tewerk. De Nederlandse groep Van Mossel is kandidaat-overnemer, maar naar verluidt verlopen de onderhandelingen allesbehalve vlot.
Ook bij de andere officiële merkinvoerders worden of werden ingrijpende herstructureringen doorgevoerd of zijn garagebedrijven opgekocht door kapitaalkrachtige buitenlandse autogroepen. Het laatste nieuws in dit verband is de overname van vijf vestigingen en vier servicecentra van de Antwerpse Mercedes-verdeler Andries door de Zweedse autogroep Anders Hedin Invest Group. Andries is de grootste Mercedes-dealer van het land, telt 89 werknemers en realiseerde vorig jaar een omzet van 100 miljoen euro.
De Zweedse autogroep Anders Hedin uit Göteborg verkoopt 28 automerken in 100 garages, heeft 2.900 werknemers in dienst en verkocht vorig jaar 60.000 wagens. Voor 2018 wordt gemikt op 89.000 stuks. Eind vorig jaar nam de Zweedse autogroep al zeven verkooppunten van invoerder Mercedes-Benz Belux over in Oost- en West-Vlaanderen. De Zweden hebben ook al een visje uitgegooid richting de Wase Mercedes-dealergroep Jacobs.
Het merk met de ster ligt blijkbaar goed in de markt. Vorig jaar verkocht de Luikse Mercedes-dealergroep Kalscheuer al drie vestigingen aan de Franse autogroep Car Avenue, die 32 autoconcessies bezit en in 2017 een omzet van 1 miljard realiseerde. Maar ook VW-garages zijn gegeerd. Zo nam de Zwitserse autogroep Emil Frey vorig jaar zes VW-garages in ons land over. Waarom buitenlandse autogroepen Belgische garages in het vizier nemen? De lage rendabiliteit van de Belgische garages vertaalt zich in een relatief lage overnameprijs. Bovendien worden in ons land best veel nieuwe auto’s verkocht. Vorig jaar waren er dat 547.000, of 130.000 stuks meer dan in Nederland dat zes miljoen meer inwoners telt.
Schaalvergroting en specialisatie
De schaalvergroting is nodig om te kunnen inspelen op de technologische vooruitgang in de autosector. Voor kleine familiale ondernemingen is dat financieel quasi onmogelijk geworden. De nieuwe entiteiten breiden hun actieterrein uit en evolueren van garagebedrijven naar dienstencentra met een allesomvattend mobiliteitsaanbod op maat van de individuele klant, verpakt in een attractieve all-in formule. Er is dus nog een toekomst voor kapitaalkrachtige ondernemingen die gepast inspelen op de technologische revolutie én nieuwe vormen van samenleven en mobiliteit.
Dat alles blijft niet zonder gevolgen voor de klant: de fysieke afstand tot de verdeler wordt groter en het persoonlijk contact wordt ondergeschikt aan de efficiëntie en manier van werken. De constructeurs focussen almaar meer op de merkidentiteit en het aspect beleving. Dankzij virtuele showrooms kunnen die hun auto’s immers online verkopen, zonder tussenkomst van een dealer.
Zoals het nieuwe automerk Lynk & Co dat vanaf 2019 gaat doen. De nieuwkomer is – net als Volvo – eigendom van het Chinese Geely en is het geesteskind van de Vlaming Alain Visser (54). Die is gepokt en gemazeld in de autosector en werkte achtereenvolgens voor Ford, Opel, Chevrolet en Volvo. Met Lynk & Co wil hij de autowereld fundamenteel veranderen.
Belg Alain Visser wil met Lynk & Co autowereld veranderen
Lynk & Co wordt het eerste automerk zonder dealers en showrooms. ‘Correctie, Lynk is geen auto- maar een mobiliteitsmerk. De klant abonneert zich voor een maand of langer, in de abonnementsprijs is alles inbegrepen. Net zoals die nu voor een vast bedrag per maand films kan bekijken bij Netflix. De klant kan bij Lynk & Co ook nog altijd een nieuwe auto kopen of leasen. Voor onderhoud kan hij terecht bij een Volvo-dealer in de buurt.’
Lynk & Co focust op een doelgroep die in de eerste plaats geïnteresseerd is in autodelen en connectiviteit, voor wie een auto absoluut geen statussymbool is.
Alain Visser: ‘Die groep is groter dan je denkt. Onze modellen zullen in maximaal acht verschillende uitvoeringen beschikbaar zijn, punt uit. Doordat we geen rekening moeten houden met specifieke voorkeuren van de individuele klant, kunnen we efficiënter en goedkoper produceren. Nu dringen de traditionele merken hun klanten soms dure optiepakketten op waar die helemaal niet om vragen en waar enkel de constructeurs beter van worden. Lynk & Co zorgt ervoor dat zijn wagens al het nodige aan boord hebben en doet dat tegen een vaste prijs. Gedaan met het marchanderen.’
Alain Visser hoopt jaarlijks een half miljoen wagens te kunnen verkopen in China, Europa en de Verenigde Staten. Voor Europa mikt hij op 150.000 stuks. Die zullen overigens bij Volvo Gent van de band zullen rollen. Daarmee is Lynk het eerste Chinees automodel dat in Europa zal worden geproduceerd.
Zal Lynk & Co een beter lot beschoren zijn dan de Chinese merken die de voorbije jaren hebben geprobeerd om voet aan de grond te krijgen in Europa?
Alain Visser: ‘Lynk is een auto van Europese makelij. Hij is ontwikkeld en ontworpen in Europa en wordt in Europa geproduceerd. Lynk & Co is een dochteronderneming van het Chinese Geely dat is waar, maar onze hoofdzetel is gevestigd in het Zweedse Göteborg. Lynk & Co is even Chinees als Volvo.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
