Hoe leg je aan een klant uit dat de Polo, Fiesta of Clio vandaag gemiddeld 1.500 euro meer kost door het verdwijnen van de ecopremies? Wel, dat doe je gewoonweg niet en om daarop te anticiperen mogen we ons aan een ware prijzenslag verwachten op het Autosalon dat vandaag (voor de pers) de deuren opent.
Omdat de klant gewend is aan een zeker prijsniveau zullen de meeste constructeurs de “ecokortingen” in de mate van het mogelijke uit eigen zak betalen. Eerste vaststelling is dat de meeste merken die korting loskoppelen van de CO2-emissie van de wagens dus heel wat consumenten zullen opnieuw voor een benzinewagen kiezen omdat die beterkoop is. De te verwachten kortingen worden doorgaans opgebouwd uit een forfaitaire korting voor een bepaald model in combinatie met een recyclagepremie voor je oude voertuig. Bij Citroën kan die korting oplopen tot 41 % voor een Berlingo. De kleinste C1 betaal je na aftrek van korting, maar zonder recyclagepremie 8.070 euro. Renault geeft een premie op het zuinige Eco2-gamma, van Twingo tot Kangoo krijg je 1.000 euro, op grotere modellen is dat 1.500 euro. Een Twingo Lev 75 kost, droog aan de haak 6.999 euro, wat neerkomt op 28 % korting. De Franse constructeur voorziet tevens een gratis financiering. Peugeot houdt geen rekening met CO2-emissie en geeft een vaste salonkorting (tot max. 4.000 euro) per model. Op de 207 1.4i bedraagt die 1.905 euro zodat men de wagen netto 11.490 euro betaalt. Ook het Koreaanse Kia blijft niet achter want op de Cee’d geven ze kortingen, ter hoogte van het BTW-bedrag. De Pro Cee’d die normaal 24.050 euro kost, betaal je op het Salon 18.990 euro. Kortom, wie een beetje rondkijkt zal in de praktijk zelden meer betalen dan eind 2011 toen de overheid – en niet de constructeurs zelf – de korting betaalde.
(KME)
