Urbain Vandormael

Auto blijft koning én duur

Urbain Vandormael Expert autosector. Schrijft op Knack.be wekelijks over nieuwigheden in autoland.

Ruim acht op de tien Belgen rekent vandaag én morgen op de (eigen) auto om zich efficiënt, comfortabel en betrouwbaar te verplaatsen. Minpunt is het hoge prijskaartje. Andere vervoerswijzen scoren in de ogen van de Belgen op haast alle vlakken minder goed.

Dé auto polariseert meer dan ooit: voor de enen is hij een zegen, voor de anderen een vloek. Maar is dat ook zo, wat denkt de doorsnee Belg daarover? De belangenorganisatie FEBIAC liet daarover een diepgaande bevraging uitvoeren bij zo’n 2.000 Belgische consumenten in de leeftijdscategorie van 15 tot 70 jaar. En wat blijkt? Acht op de tien Belgen rekent vandaag én morgen in de eerste plaats op de (eigen) auto om zich efficiënt, comfortabel en betrouwbaar te verplaatsen.

Auto blijft koning én duur

Die voorkeur is vooral ingegeven door functionele en rationele argumenten en minder door emotionele overwegingen. Andere vervoerswijzen scoren in appreciatie (beschikbaarheid, gebruiksgemak, comfort, flexibiliteit en betrouwbaarheid) op haast alle vlakken minder goed dan de auto en dit binnen elk mobiliteitsprofiel en binnen elke leeftijdscategorie. De auto wordt op alle criteria sterk gewaardeerd, behalve inzake betaalbaarheid.

Mobiliteit een basisrecht

Auto blijft koning én duur
© AFP

De doorsnee Belg beschouwt mobiliteit als een basisrecht dat gevrijwaard en verzekerd moet worden door de overheid. Ze stimuleert de persoonlijke vrijheid en biedt kansen om nieuwe dingen te ontdekken en te beleven. Maar mobiliteit is in de ogen van de mensen ook duur geworden. De algemene indruk is dat problemen die gepaard gaan met persoonlijke mobiliteit – denk aan vervuiling en files – zullen opgelost worden door de overheid of de automerken, niet door een verandering van onze individuele gewoonten.

Het gebruik van het openbaar vervoer – zowel wat de frequentie als het transportmiddel betreft – is duidelijk gerelateerd aan de woon- en werkplek, maar behaalt zelfs bij de voorstanders een negatieve score voor comfort, privacy en flexibiliteit. Eén op de drie Belgen maakt voor specifieke verplaatsingen gebruik van mobiliteitsoplossingen die een aanvulling zijn op het autogebruik, omdat die efficiënter zijn. Slechts één op de tien kiest ervoor om zelf geen auto te bezitten of er zo weinig mogelijk beroep op te doen.

Deze keuze is minder ingegeven door anti-autogevoelens dan wel door financiële overwegingen. Het gaat vooral om stedelingen en minder om jongeren. 80 procent van de 19- en 25-jarigen heeft een rijbewijs of is bezig het te behalen. Wordt een rijbewijs later behaald dan in het verleden, heeft dat vooral te maken met het feit dat jongeren langer thuis wonen, langer studeren en vaker langere periodes in het buitenland verblijven voor hun studies.

Auto blijft koning én duur
© Flickr/Thomas Hawk

De perceptie dat jongeren minder bezig zijn met auto’s en autorijden dan de vorige generaties, wordt door dit onderzoek dus niet ondersteund. Wel zijn er aanwijzingen dat jongeren autobezit percipiëren als een noodzaak en minder vanuit een emotionele band. De opvatting dat de auto een manier is om zichzelf te uiten of een teken van succes, vindt weinig bijval.

Belgisch wagenpark nog nooit zo groot

Het Belgische wagenpark was nog nooit zo groot als vandaag, en dat ondanks de trage groei onder invloed van de economische crisis. In 1980 telden we gemiddeld 321 auto’s per 1.000 inwoners, in 210 waren er dat 487 of een toename met 50 procent. Vorig jaar reden er in ons land ongeveer 5,5 miljoen auto’s rond. De doorsnee Belg beschikt over minstens één auto, geen enkel ander transportmiddel wordt dezelfde positieve eigenschappen toegedicht. Voor 45 procent van de ondervraagden die vandaag geen eigen auto bezit, heeft dat te maken met de hoge aankoopsom als met de kostprijs van het gebruik en onderhoud. Een constante die we terugvinden bij alle respondenten.

Wie wat waar?

Mercedes-Benz op het autosalon
Mercedes-Benz op het autosalon© Kevin Van der Auwera

FEBIAC liet ook onderzoek uitvoeren naar het aankoopproces van een auto. Voor de meesten gebeurde de recentste aankoop ter vervanging van een vorige. Een meerderheid geeft aan dat het koopgedrag een gewoonte is, waaruit wij afleiden dat de meeste kopers geen objectieve afweging maken van de alternatieven. 45 procent beweert dat ze al een merk en model voor ogen had, nog voor ze aan hun zoektocht begon. Twee derde van de kopers zegt tijdens het aankoopproces niet meer te veranderen van merk en model. In het digitale tijdperk zoeken kandidaat-kopers hun informatie online op.

Als gevolg hiervan is het aantal bezoeken aan dealers de voorbije jaren fors gedaald. De kandidaat-koper brengt gemiddeld iets meer dan 2 bezoeken aan gemiddeld iets minder dan 2 dealers en gemiddeld minder dan 2 merken. Vier op de tien kopers van een nieuwe auto bezoeken slechts één dealer! Belgen zijn bereid om 15 minuten langer te rijden naar een dealer van hun favoriete merk in plaats van een dealer van een concurrerend merk dichter bij huis. De websites en garages van dealers en fabrikanten hebben weinig invloed op de eigenlijke aankoopbeslissing. De finale deal wordt bij de dealer afgesloten, doorslaggevende criteria zijn naast de prijs, de productkennis en algemene ervaring van de medewerkers en de kwaliteit van de dienst na verkoop.

Kopers van een nieuwe auto zijn doorgaans trouw aan de traditionele dealer. Van alle andere mogelijke aankoopkanalen blijkt een megadealer met verschillende merken onder één dak een interessant alternatief. Ook het Autosalon van Brussel scoort goed voor de eerste fase van het aankoopproces. Een onlinekanaal kan zo’n 30 procent bekoren als een aantrekkelijke mogelijkheid, als het voorhanden zou zijn. Een auto kopen in een supermarkt, bij een verkoper die thuis langskomt of in een kleine showroom met een slechts enkele modellen is niet besteed aan de Belgische consument.

Een trend waarvan wordt verwacht dat hij de relatie tussen de fabrikant, dealer en bestuurder zal beïnvloeden, is de ontwikkeling van de ‘verbonden auto’. Die biedt de klant een breed scala nieuwe of verbeterde diensten. Een kleine meerderheid ziet hierin een toegevoegde waarde vooral op het vlak van realtime verkeersinformatie om files te vermijden, voertuigbeveiliging en verzekeringspremies die gekoppeld zijn aan het rijgedrag.

Auto blijft koning én duur
© iStock

Het opsporen van defecten op afstand, het boeken van een onderhoudsbeurt en een service-aanbod op maat – stuk voor stuk diensten die van belang zijn voor zowel de klant als de automobielsector – vinden bestuurders vandaag minder interessant.

Mobiliteit in 2015

Bijna 7 op de 10 ondervraagden verwachten moeilijkheden op het vlak van mobiliteit. Als het erom gaat wie deze problemen moet oplossen, lopen de meningen sterk uiteen. Een meerderheid vindt dat de overheid maatregelen moet nemen die een gedragsverandering afdwingen. De burgers moeten bovendien hun verantwoordelijkheid nemen om beter om te gaan met hun mobiliteit. Maatregelen die het autobezit en gebruik ontmoedigen of de kostprijs de hoogte injagen, worden negatief onthaald.

Alternatieve vervoerswijzen hebben in ons land nog een lange weg te gaan

Aan de verwachtingen over het gebruik van verschillende transportmiddelen verandert er weinig. Over 5 tot 10 jaar zullen we nog altijd over een eigen auto beschikken, in plaats van een auto die we delen of huren. Van de autofabrikanten verwachten we oplossingen die het verbruik en de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen verminderen. Voor de dealers hebben we slecht nieuws: de huidige formats van de verkoopkanalen stroken niet met het typische koopgedrag van de Belgen. Lang voor hun bezoek aan de dealer hebben we al een beslissing genomen. Geen wonder dus dat de garagesector onder zeer zware druk staat en vecht voor zijn overleven.

Conclusie

Vervoerskeuzes gebeuren vandaag én morgen vanuit rationele overwegingen, waarbij gebruiksgemak, flexibiliteit en betrouwbaarheid domineren. De consument verwacht dat de troeven die de auto hierbij biedt, worden gerespecteerd en dat de overheid een doeltreffend en pragmatisch mobiliteitsbeleid voert. Openbaar vervoer vervult een belangrijke rol en beschikt over sterke troeven in de strijd tegen verkeersoverlast in zijn verschillende vormen. Alternatieve vervoerswijzen hebben in ons land nog een lange weg te gaan en persoonlijke gegevens delen met hun garagist, daar moeten de meeste Belgen niet van weten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content