Jan Braet

Attractiepolen

Jan Braet Jan Braet is redacteur cultuur bij Knack.

Moeten de laatste resten federaal wetenschapsbeleid worden opgedoekt?

Wetenschapsbeleid in dit land behoort voor het leeuwendeel tot de gemeenschapsbevoegdheden. Er is een rest die federaal wordt beheerd. Met name de Interuniversitaire Attractiepolen (UIAP) verenigen wetenschappers over de taal- en zelfs de landsgrens heen. De onderzoekers behoren tot Vlaamse, Franstalige (ook enkele Europese) universiteiten en tot federale wetenschappelijke instellingen. Met een jaarbudget van zo’n 30 miljoen euro bundelen op dit moment 324 teams hun krachten in 44 netwerken. Ze houden zich bezig met fundamenteel onderzoek. De coördinatie berust bij de Programmatorische Overheidsdienst Wetenschapsbeleid (Belspo).

De UIAP bestrijken, zoals het hoort, de meest diverse terreinen van de menselijke kennis. Alzheimer, kanker en diabetes, macro-economie, fotonica, archeologie en middeleeuwse geschiedenis, ziedaar enkele onderwerpen waarrond op dit ogenblik wordt gewerkt. De taal kan geen splijtzwam zijn, want de voertaal in de wetenschap is nu eenmaal het Engels. Zal een zinnig mens bezwaren aantekenen wanneer geleerden van de Universiteit Gent, de Universiteit Antwerpen, de Université Libre de Bruxelles, de Koninklijke Bibliotheek en de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België straks de resultaten voorleggen van hun gezamenlijke studie City and Society in the Low Countries 1200-1800 (space, knowledge, social capital)? Het antwoord is natuurlijk neen. Wel integendeel: een zinnig mens juicht het werk van de UIAP toe, net zoals recent twintig internationale experts in hun evaluatie gewaagden van een ‘relevant,’ ‘doelmatig’ en ‘nuttig’ onderzoek.

Hoe belandden de UIAP, een kerngezond stukje federaal beheerd wetenschapsbeleid, dan toch op de lijst van de naar de gemeenschappen over te dragen aangelegenheden tijdens de onderhandelingen voor de vorming van een nieuwe federale regering? Indien de gevolgde logica puur rationeel zou zijn, was het item nooit op tafel gelegd, laat staan in overweging genomen. Het algemene discours aan tafel volgt echter een veeleer ideologische logica. Dat komt omdat de dominerende krachten het volle gewicht leggen op de communautaire onderwerpen, in het perspectief van een grotere autonomie voor de gemeenschappen. Daarbij verliezen ook de minder ideologisch geladen thema’s – waarvan weinigen aan tafel wakker lijken te liggen – veel van hun rationele evidentie. Eenmaal in communautair vaarwater geraakt, is het gezond verstand geen leidraad meer.

Storend is vooral de onachtzaamheid waarmee tot nu toe met het onderwerp is omgesprongen. In de uitvoerige compromistekst, op 2 december voorgelegd door Bart De Wever als ‘koninlijk verduidelijker’, verzeilde wetenschapsbeleid vreemd genoeg bij een hoofdstukje ‘Economisch & industrieel beleid’. Daar is het zonder één woord toelichting ondergebracht bij de ‘aangelegenheden die worden overgedragen aan de gemeenschappen’. Over de Interuniversitaire Attractiepolen worden helaas geen verhitte debatten gevoerd, zelfs nu Belspo een petitieactie is begonnen bij de onderzoekers (www.belspo.be/belspo/home/petition.nl.stm). Wetenschap blijft, net als cultuur, een domein dat politici niet beloont wanneer zij er zich bijzonder voor inspannen, noch afstraft wanneer ze het ernstige schade toebrengen.

Jan Braet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content