Tom Vandyck

Amerika in shock: Generaals zijn ook maar mensen

Tom Vandyck Tot 2014 correspondent in de VS voor Knack.be

Generaals die tot over hun oren in een seksschandaal zitten? Amerika kan het nauwelijks geloven. Dat heb je als je constant kritiekloos met het leger dweept.

De soap rond de overspelige CIA-baas David Petraeus is stilaan niet meer te begrijpen zonder Powerpointpresentie. Wie heeft het precies weer met wie gedaan? Waarom stuurde de anonieme FBI-agent halfnaakte foto’s van zichzelf naar de vrouw in het middelpunt van het schandaal? Wat stond er in die duizenden pagina’s pikante e-mails? En waren daar staatsgeheimen bij?

Het minste wat je kan zeggen, is wel: wie dacht dat je homo’s uit het leger moest weren omdat dat voor onrust in de rangen zorgt, staat mooi voor schut.

Hoe kan het trouwens dat uitgerekend een halfgod als David Petraeus zulke dingen doet, vragen mensen zich hier vertwijfeld af. Dat dus terwijl ze zich gulzig laven aan het hele verhaal. Amerika heet wel een puriteins land te zijn, maar als er zich weer eens een seksschandaal voordoet, gaan we hier met zijn allen graag in de kijkfile staan. En dan maar roepen hoe onsmakelijk het allemaal is.

Larger than life
‘Et alors?’, zouden we in Europa zeggen, met de onsterfelijke woorden van de Franse president François Mitterand, toen het bestaan van diens buitenechtelijke dochter aan het licht kwam.

Maar serieus: de baas van de spionnen die er niet in slaagt om zijn eigen affaires geheim te houden? Veel vertrouwen wekt het niet. Stel u de CIA-agent maar voor die in, pakweg, in Iran moet proberen om een nieuwe informant te rekruteren. Hoe zeg je ‘No way, Jose!’ in het Perzisch?

Opmerkelijk: Petraeus en John Allen, de andere generaal die in opspraak kwam, zijn in dit land groot nieuws. Tegelijkertijd kwam het bericht dat tegen Robert Bales, de sergeant die in Afghanistan zestien burgers vermoordde, mogelijk de doodstraf geëist zal worden. Daar moest je echter ver naar zoeken in de krant. Hoegenaamd geen nieuws. Het zegt wat over de prioriteiten van dit land.

Generaals zijn rocksterren

In ieder geval schrikken mensen er dus behoorlijk van dat het net de onkreukbare Petraeus is die door een seksschandaal ten val komt. David Petraeus, de generaal die Amerika in Irak van de complete vernedering redde, is hier namelijk ‘larger than life’. Hij is een afgetrainde asceet met een messcherpe geest en een stalen discipline. De verpersoonlijking van het Amerikaanse militaire ideaal, zeg maar.

Tijdens zijn hoogdagen in Irak was Petraeus zo’n idool dat half Washington weke knieën kreeg in zijn bijzijn. Een vent als senator John McCain, de Republikeinse presidentskandidaat in 2008, kon in die tijd geen drie woorden over zijn lippen krijgen donder dat er ‘generaal Petraeus’ tussen zat.

Als het aan een hoop mensen in Washington lag, moest de president toen naar Petraeus luisteren in plaats van andersom. Dat is in een Democratie natuurlijk een slecht idee, maar – gekwalificeerd of niet – een flink deel van de Republikeinse partij zag in Petraeus sowieso de gedroomde presidentskandidaat, dus dat viel wel mee.

Zulke generaals zijn rocksterren in Amerika. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat er rond Central Command, het militaire hoofdkwartier in Tampa (Florida) van waaruit de VS-operaties in Irak en Afghanistan bestierd worden, een scene van militaire groupies blijkt te bestaan.

We hebben het dan over meiden als Paula Broadwell (de maîtresse van Petraeus) en Jill Kelley (de vermoedelijke aanhoudster van generaal John Allen, diens opvolger als bevelhebber in Afghanistan), met hun pronte jurkjes, hun zelfverzekerde tred en hun brandende jaloezie jegens elkaar. ‘Desperate Housewives of War’, zeg maar.

Het verschil is: dat rocksterren zich vergrijpen aan groupies wordt van hen verwacht. Het komt hun reputatie zelfs ten goede. Maar een generaal die dat flikt, doet zichzelf de das om. Overspel is verboden door de Amerikaanse militaire wet. Als Allen pech heeft, eindigt het voor hem voor de krijgsraad.

Waarom doe je dan zoiets? Simpelweg omdat je het kán, zoals elke rockster zou getuigen. En je hoeft er niet eens een rockster voor te zijn. We zouden ze niet de kost willen geven, alle boerenlullen die op die manier hun leven verkloot hebben. Dat is nu eenmaal des mannen.

Alledaags militarisme
Na de affaire Petraeus verkeert dit land in een behoorlijke staat van cognitieve dissonantie. Kortsluiting in de bovenkamer, zeg maar. Volkomen ongeloof. Dit plaatje strookt helemaal niet met de fabeltjes die Amerika zichzelf jarenlang heeft aangepraat over zijn militairen.

Die worden hier namelijk op een belachelijk hoog voetstuk gezet. Vooral sinds 9/11 is daarbij alle zin voor proportie zoek geraakt. Élke militair is een held. Soldaten in uniform kunnen nauwelijks de deur uit zonder dat er om de haverklap iemand hen de hand komt drukken en ‘Thank you for your service’ zeggen.

Het leger is in de VS zowat de enige publieke institutie die nog vertrouwen wekt bij de bevolking. Politici, journalisten, wetenschappers en zakenlui: allemaal niet te vertrouwen tuig. Maar soldaten? Dat zijn stuk voor stuk edele krijgers, meneer.

Na My Lai of Abou Ghraib zou je moeten weten dat je daar bijzonder hard mee moet oppassen, maar van dat soort gezonde scepsis merk je hier weinig.

Integendeel: voor elke sportwedstrijd marcheren soldaten met de vlag het stadion in. 11 november is in Europa Wapenstilstand en dan hoor je over de gruwelen van het slagveld, maar hier heet het Veterans Day en is het weer maar eens een aanleiding om de heldendaden van de troepen te roemen. Hetzelfde gebeurt op Memorial Day, eind mei, wanneer de oorlogsdoden herdacht worden. Hoe lang je als Europeaan ook in dit land woont, dat alledaagse militarisme blijft bevreemdend aandoen.

Eindeloze oorlog

Het punt is: al die heldenverering is niet veel meer dan een laagje vernis dat moet verhelen dat dit land diep vanbinnen eigenlijk geen ruk geeft om zijn militairen. Die rituele knievallen zijn een nummertje dat je plichtsbewust opvoert, zodat je verder rustig kan doen alsof er helemaal geen oorlog aan de gang is.

Maar dat is natuurlijk wel zo. De eindeloze oorlog na 9/11 heeft aan 6600 Amerikanen het leven gekost. In Afghanistan sneuvelen nog steeds Amerikaanse soldaten. Tienduizenden anderen zijn voor het leven verminkt thuisgekomen. De oorlogen hebben samen naar schatting 4000 miljard dollar gekost.

Feit is: in de Verenigde Staten van Amerika wonen 316 miljoen mensen. Het Amerikaanse leger heeft anderhalf miljoen mensen in actieve dienst. De meeste Amerikanen merken met andere woorden helemaal niks van de oorlogen. Om ervoor te betalen, heeft men zelfs niet de belastingen verhoogd.

En zo komt het dat dezelfde politici die een vent als David Petraeus op zijn torenhoge voetstuk hebben gezet ermee wegkwamen om Amerika de onnodige oorlog in Irak in te liegen en die in Afghanistan jarenlang fataal te verwaarlozen. Als je echt zoveel om je troepen geeft, dan gooi je ze niet zo argeloos voor de leeuwen.

Kritiek daarop is echter ‘not done’. Verwacht wordt dat je een ‘Support the troops’-sticker op je bumper plakt en verder je mond houdt.

De stoppen slaan door

Militairen zijn natuurlijk niet anders dan ander mensen. Er zitten geschikte lui bij, maar ook onvoorstelbare klootzakken. En het punt met oorlogen is: ze halen inderdaad soms het beste in mensen naar boven, maar nog veel vaker het allerslechtste.

Geen wonder. Als je aan je vierde ‘Tour of Duty’ op zes jaar bezig bent bezig bent en voor de zoveelste keer een van je maten aan stukken geblazen ziet worden in de een of ander negorij in Afghanistan, willen de stoppen nu eenmaal wel eens doorslaan. Dan sluipt er onvermijdelijk wel eens iemand bij nacht en ontij iemand de barakken uit om zestien burgers te gaan doodschieten.

Alleen wordt daar nauwelijks over gepraat, want dat past niet in het plaatje van de propaganda. Dan zijn we dus liever vals verontwaardigd over een ex-generaal die zich ook maar een mens toont en een scheve schaats rijdt met zijn biografe.

Et alors, inderdaad.

Tom Vandyck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content