Ann Peuteman

Alleen als het vriest, zijn er daklozen

Het beleid doet alsof daklozen alleen opduiken als de temperatuur onder het vriespunt zakt.

Ze dachten al dat ze de winter goed hadden doorstaan. Dat het gevaar was geweken. Maar nu worden er alsnog temperaturen tot -10 graden voorspeld. En natuurlijk wil geen enkele burgemeester dat er een asielzoeker of dakloze doodvriest in zijn achtertuin. Zeker niet in een verkiezingsjaar.

De laatste jaren zijn daklozen in zo goed als alle Vlaamse steden tot het straatbeeld gaan behoren. Er duiken ook steeds vaker ronddolende jongeren op, verwaarloosde senioren en zelfs alleenstaande moeders met kinderen.

Dat komt doordat meer en meer Vlamingen hun rekeningen niet meer kunnen betalen, van een leefloon leven of uit hun huis worden gezet. Vaak gaat het om mensen die nog een hele rist andere problemen met zich meezeulen, zoals een drugsverslaving of een psychiatrische aandoening.

Sommigen vinden snel hulp bij een OCMW of een Centrum voor Algemeen Welzijnswerk (CAW), anderen komen letterlijk op straat terecht.

Daarnaast trekt de anonimiteit van de stad ook jaar na jaar meer asielzoekers en illegalen aan. Ook zij overleven vaak noodgedwongen in straten, parken en portieken.

De voorbije jaren hebben de meeste steden een winterplan opgezet, waarbij tijdens de wintermaanden nachtopvang voor daklozen wordt georganiseerd. Doordat de winter tot nu toe opvallend warm was, volstond die opvang dit jaar ook.

Maar nu wordt plots toch zware vorst voorspeld, en dus worden er over heel Vlaanderen weer extra bedden en dekens aangesleept in leegstaande scholen, kazernes en parochiezalen. In Brussel organiseerden een paar ngo’s gisteren al nachtopvang voor een fractie van de vele dakloze asielzoekers in de stad. Naar schatting 1500 anderen sliepen buiten.

De steden doen wat ze kunnen. Maar het blijft behelpen, want een structurele oplossing is er nog altijd niet. Vooral dan omdat de politiek die niet wil. Het Vlaamse beleidsniveau wijst er jaar na jaar op dat er genoeg welzijnsvoorzieningen zijn waar daklozen kunnen aankloppen.

Ondertussen doen de plaatselijke besturen wat ze kunnen. Maar wel met de rem op. Ze zijn immers ontzettend bang om met al hun goede bedoelingen nog meer daklozen, asielzoekers en illegalen uit de wijde omgeving aan te trekken. Vandaar dat er in de meeste steden weinig animo is om het hele jaar door opvang voor daklozen te organiseren.

Dus trekken sommige zwervers en asielzoekers tijdens de wintermaanden naar zo’n opvangplaats, waar ze elke dag te eten krijgen, zich kunnen wassen en desnoods door een dokter onder handen worden genomen. Zo komen ze er tegen het voorjaar weer wat bovenop, voelen ze zich weer wat meer mens.

Maar dan is het afgelopen en worden ze weer de straat op gestuurd. Want als het wat warmer wordt en de eerste terrasjes worden uitgezet, is dakloosheid plots geen probleem meer.

Ann Peuteman

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content