Vrije Tribune

Aanslagen op de politie en hun daders: geef het kind een naam

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

Een kritiek op de berichtgeving zonder vermelding van de nationaliteit van daders én op de berichtgeving over ‘allochtonen’.

Wie de afgelopen dagen de commentaren heeft nagelezen die verschenen zijn onder de internetversies van de krantenartikelen over de hinderlagen gericht tegen de politie in Brussel en Vilvoorde (niet toevallig een voorstad van Brussel), weet dat er iets borrelt onder de bevolking. Vele duizenden landgenoten zijn het spuugzat dat jonge draaideurcriminelen van veelal Noord-Afrikaanse origine niet de minste tekenen van angst vertonen om vervolgd en gestraft te worden. Het is tijd dat beleidvoerders/”machthebbers” opnieuw een taal spreken die de mensen begrijpen.

Ik herinner mij nog goed de periode – een tiental jaar geleden – toen de meeste media bij de berichtgeving over bepaalde ernstige misdrijven weigerden de afkomst van de daders te onthullen. Zo werd steevast verwezen naar jongerenbendes met werkterrein Borgerhout, Schaarbeek of Charleroi zonder enige verdere specificering wat betreft origine van de daders. De nieuwste trend bij de berichtgeving, zoals aangetoond bij de berichtgeving over de aanslagen op de politie, is nu om in algemene termen te verwijzen naar “allochtonen”. Noch de eerste vorm van berichtgeving die duidelijk een uitwas is van een ziekelijke zoektocht naar politiek correcte berichtgeving, noch de tweede vorm kan bekoren.

Kritiek op droge berichtgeving zonder melding van afkomst van de daders

De eerste journalistieke methode waarbij met het oog op het vermijden van de bevestiging van stereotypen niet wordt verduidelijkt welke afkomst de daders hebben, heeft vaak het omgekeerde effect. Na de kennisname van het zoveelste bericht over rellen in een bepaalde stedelijke wijk zullen inderdaad velen geneigd zijn te besluiten dat het wel “[Vul zelf de bevolkingsgroep in] …” zullen geweest zijn die verantwoordelijk zijn voor de aangerichte schade en/of de slagen en verwondingen toegebracht aan politiemensen.

Het verzwijgen van de afkomst van de daders (al gaat die afkomst drie generaties terug) getuigt bovendien van een misplaatst moreel superioriteitsgevoel. Het publiek heeft recht op deze informatie.

Kritiek op berichtgeving waarbij daders worden bestempeld als allochtonen

Evenmin doorstaan de recente berichten over de rellen in Vilvoorde en Anderlecht een scheerbeurt met het scheermes van Ockham. De daders zonder meer classificeren als allochtonen is onrechtvaardig ten aanzien van alle andere vreemdelingen of Belgen van vreemde origine die haast nooit met dergelijke gewelddadigheden in verband worden gebracht.

Chinezen, Japanners, Mexicanen, Armeniërs, enzovoort mogen op goede gronden bezwaar maken tegen de praktijk om het woord allochtoon meer en meer te gaan beschouwen als synoniem van bijvoorbeeld Marokkaan. Als journalisten in hun verslag eerlijk zouden toegeven dat op een bepaalde dag op een bepaald uur een groep van bijvoorbeeld veertig jongeren van Marokkaanse origine of met dubbele Marokkaans-Belgische nationaliteit de politie hebben aangevallen, zou deze beroepsgroep geen enkel verwijt kunnen gemaakt worden op het vlak van de vereiste transparante berichtgeving.

Uiteraard moet het bijzonder onaangenaam zijn voor zij die zich rekenen tot de welmenende meerderheid van de (Belgische) Marokkanen om steeds herinnerd te worden aan hun afkomst. Het is echter door een open en transparante berichtgeving die geen taboe heel laat dat de problemen benoemd kunnen worden en aangepakt.

Conclusie: zonder taboes de leefbaarheid van de samenleving bewaken

We moeten er als samenleving over waken dat er geen metersdiepe kloof ontstaat tussen enerzijds de zelfverklaard moreel rechtvaardigen die de schuld van de ontspoorde Noord-Afrikaanse (jonge) criminelen legt bij de maatschappij die hen geen kansen biedt en anderzijds de zogenaamde verbitterden die alleen maar om steeds meer repressie roepen.

Het komt mij voor dat ondanks het bestaan van de Vlaamse inburgeringscursussen die er in schijnen te slagen een minimumoverdracht aan westerse normen en waarden te realiseren, er nog steeds verschillende overheidsinstanties bestaan die de weldaden van de multiculturele samenleving door de strot van de burger willen duwen.

Hoe anders kan verklaard worden dat het Federale Impulsfonds voor het Migrantenbeleid een financiële injectie heeft gegeven ter ondersteuning van de totstandkoming van een meertalige brochure (in het Nederlands, Frans en Engels) en een meertalige flyer (in onder andere het Arabisch en het Farsi) over gezinshereniging, notoir mechanisme van passieve migratie?

Wat baat het stemmen van wetten die de mogelijkheden tot gezinshereniging aanscherpen, wanneer de overheid financiële steun blijft toekennen aan instanties wier statutair doel het is om de passieve migratiesluizen wijd open te laten?

Ten slotte anticipeer ik graag de kritiek dat deze bijdrage de rellen in Brussel en Vilvoorde “gebruikt” om een punt te maken dat daar los van staat: namelijk dat de passieve migratie naar België onhoudbare gevolgen met zich mee brengt. Deze kritiek is onterecht, want de rellen in Vilvoorde en Brussel hebben daar weldegelijk mee te maken.

Het is immers net de massieve passieve migratie naar ons land vanaf de jaren zeventig tot recente tijden en de politieke laksheid tijdens diezelfde periode die hebben geleid tot de huidige ongewenste maar vooral onbeheersbare gevolgen. Alle politici hebben de taak om de verschillende kanalen van passieve migratie (ongegronde asielaanvragen, gezinshereniging en regularisatie van afgewezen asielzoekers) de wacht aan te zetten en letterlijk aan de slag te gaan met het vreemdelingencontingent dat definitief en onherroepelijk deel zal blijven uitmaken van onze maatschappij.

Een maximale inzet op het doen doordringen van verlichte principes zoals de gelijkheid van man en vrouw gekoppeld aan een streng optreden van politie en gerecht tegen (jonge) delinquenten lijkt mij het recept te zijn voor een leefbare en welvarende samenleving.

Anthony Godfroid is advocaat aan de Balie te Brussel en schreef dit artikel in eigen naam.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content