Big Brother in China: Peking wil ‘systeem van sociale kredietwaardigheid’ invoeren

© Getty Images

Tegen 2020 wil de Chinese regering een soort digitale big brother invoeren die het gedrag en de kredietwaardigheid van personen en bedrijven beoordeelt. ‘De Chinese samenleving kent een groot vertrouwensprobleem’, zegt de Duitse sinologe Mareike Ohlberg.

Wie en wat zal dat ‘systeem van sociale kredietwaardigheid’ precies controleren?

Ohlberg: Privépersonen, bedrijven en zelfs ngo’s. Op een centraal platform zullen gegevens uit verschillende bronnen worden verzameld om mensen en bedrijven te kunnen beoordelen. De gegevens komen momenteel vooral van overheidsdiensten, maar in de toekomst wellicht ook van kredietinstellingen en internetconcerns. In sommige steden lopen er al proefprojecten om quoteringen te geven aan privépersonen. Het gaat om niet meer dan een eenvoudig puntensysteem zoals bij een ratingbureau: van AAA, ‘voorbeeldig’, tot D, ‘onbetrouwbaar’. Wie een slechte score krijgt, bijvoorbeeld omdat hij door het rode licht gereden is, krijgt een sanctie.

De meeste Chinezen hebben gewoon geen idee van wat ze te wachten staat

Sinologe Mareike Ohlberg

Behalve deze proefprojecten bestaan er nu al zwarte lijsten van mensen die hun schulden niet betaald hebben, waarop zonder gêne aan naming and shaming wordt gedaan, soms met foto’s erbij. De personen op die lijsten worden bestraft, ze mogen bijvoorbeeld geen tickets meer kopen voor vliegtuigen of hogesnelheidstreinen. Bedrijven die de wet of bepaalde regels overtreden hebben en op die manier ook op de zwarte lijst terecht zijn gekomen, verliezen hun subsidies, worden uitgesloten van openbare aanbestedingen en strenger gecontroleerd door de overheid. Bovendien krijgen ook de bazen van die firma’s een verbod om te reizen met een vliegtuig of een hogesnelheidstrein.

Hoe komt die beoordeling tot stand?

Ohlberg: De officiële documenten maken een onderscheid tussen kredietwaardigheid en algemene betrouwbaarheid, een morele categorie dus. De details over hoe het systeem er in 2020 precies zal uitzien, zijn nog onduidelijk. Dat de kredietwaardigheid zal worden beoordeeld staat zo goed als vast, de kredietinstellingen leveren daarvoor de gegevens. In enkele proefprojecten wordt ook onderzocht hoe mensen zich persoonlijk gedragen. Daar worden dan zaken bij betrokken als: wat koopt die persoon op het internet? Wat post hij op sociale media? Hoe ziet zijn kennissenkring eruit? Daarbij gaat het dus niet alleen om economische factoren.

En de grote Chinese internetbedrijven – Baidu, Alibaba, Tencent – spelen al hun data gewoon door aan de overheid?

Ohlberg: Het is niet duidelijk welke gegevens er precies aan de regering worden doorgespeeld. Feit is dat firma’s zoals Alibaba en Tencent al eigen proefprojecten hebben om gebruikers te beoordelen. Dat heeft tot zware conflicten met de regering geleid. De Chinese Volksbank heeft onlangs besloten de licentie voor een proefproject van Alibaba en Tencent niet te verlengen. De reden zou kunnen zijn dat er onenigheid bestaat over wat bedrijven moeten leveren aan de centrale regering.

Welke gevolgen zal het controlesysteem hebben voor de Chinese bedrijven?

Ohlberg: De regering kan het naleven van richtlijnen veel doeltreffender opvolgen. Wie bijvoorbeeld milieuvoorschriften of het merkenrecht overtreedt, wordt gesanctioneerd. Ook de bazen van die bedrijven. Het leven wordt hen moeilijk gemaakt. De Chinese partijpers herhaalt dan ook voortdurend: ‘Doe niets wat het systeem tegenwerkt.’

Hoe kan China uitsluiten dat data gemanipuleerd en misbruikt worden?

Ohlberg: De regering benadrukt dat ze uiterst verantwoord omgaat met gegevens van burgers. Maar natuurlijk bestaan er grote gevaren. Die kunnen alleen worden ingeperkt als ook ambtenaren en overheidsdiensten een beoordeling krijgen. Maar dat computers gehackt of gegevens doorverkocht worden, is erg waarschijnlijk.

Big Brother in China: Peking wil 'systeem van sociale kredietwaardigheid' invoeren

Bestaat er gevaar voor een zwarte markt van data?

Ohlberg: Er verschijnen nu soms al berichten in de pers over datahandel en manipulatie van gegevens. Er zijn blijkbaar aanbieders die verzekeren dat ze beoordelingen kunnen opwaarderen en negatieve scores op zwarte lijsten kunnen wissen. Op de officiële website van de regering, die informatie geeft over het ‘systeem van sociale kredietwaardigheid’, wordt gewaarschuwd voor dergelijke aanbieders. Dat bewijst dat ze al actief zijn.

Wat betekent dat voor buitenlandse bedrijven?

Ohlberg: Elk bedrijf dat een afdeling heeft in China is betrokken partij. In een databank van het ministerie voor Handel kun je al nakijken welke buitenlandse firma’s op een zwarte lijst staan. Er worden bijvoorbeeld ook namen van bedrijfsleiders gepubliceerd. Voor die bedrijven gelden dan in theorie dezelfde sancties als voor Chinese ondernemingen, dus beperkingen voor de bedrijfsleiders en sterkere controle vanwege de overheid.

Wat denkt de Chinese bevolking hierover?

Ohlberg: Ik denk dat de meeste Chinezen gewoon geen idee hebben van wat ze te wachten staat. Het publieke debat daarover is nagenoeg onbestaande. Als er al kritiek komt, dan is die constructief, gericht op wat verbeterd kan worden. Dat komt ook doordat veel Chinezen zich echt grote zorgen maken over zaken waarvoor het systeem een oplossing zou moeten betekenen.

Zoals?

Ohlberg: Over problemen van voedselveiligheid, maar ook over milieuvervuiling en schendingen van het merkenrecht. De Chinese samenleving kent een groot vertrouwensprobleem.

Het omvattende digitale controlesysteem zou in 2020 operationeel moeten zijn. Kan de Chinese regering dat überhaupt voor elkaar krijgen?

Ohlberg: De timing is heel ambitieus. Ik denk niet dat het mogelijk is om tegen 2020 een systeem in te voeren dat elke persoon en elk bedrijf in het land in real time beoordeelt. Realistisch lijkt mij wel dat de zwarte lijsten nog heel wat doeltreffender zullen worden. Dat zal voor heel wat bedrijven de doodsteek betekenen.

Zal China met het ‘systeem van sociale kredietwaardigheid’ ook de discussie over het vrije internet beïnvloeden?

Ohlberg: China is in ieder geval op zoek naar meer internationale steun voor zijn autoritaire visie op internetcensuur. President Xi Jinping omkleedt zijn voorstelling van een gecensureerd internet met het sloganeske begrip ‘internetsoevereiniteit’. Hij wil het Chinese internet als een afgebakend territorium behandelen, om binnen die grenzen te kunnen doen wat hij wil. China probeert het ‘systeem van sociale kredietwaardigheid’ voorlopig niet te exporteren. Maar natuurlijk heeft de Chinese regering er alle belang bij het wereldwijde debat over de mogelijkheden van het internet te beïnvloeden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content