De Algerijnse overheid gebruikt de schaarste steeds meer als wapen

Een verkoper in een kruidenierswinkel in Algerije. © Reuters

‘Algerije zal zijn bevolking de komende twintig jaar van 39 naar 45 miljoen zien groeien’, weet Jonathan Holslag, professor internationale betrekkingen aan de VUB. ‘Het land heeft het zwaar te verduren, maar wie de overheid trouw blijft, krijgt wat voedsel bedeeld.’

Het voorbije jaar reisde ik van Groenland langs de Baltische Staten en Oost-Europa tot in de Balkan. De observaties die ik maakte op deze tocht langs de oostelijke buitengrenzen van Europa, zo kon u in dit magazine volgen, waren weinig hoopgevend. Hoewel de spanningen met Rusland wat afnamen en een nieuw militair machtsevenwicht vorm kreeg, met meer Navo-troepen enerzijds en moderner Russisch wapentuig anderzijds, weet niemand hoe het verder moet. Daardoor blijven grote vragen bestaan over de drie belangrijkste frontlijnstaten, Wit-Rusland, Oekraïne en Moldavië. Rusland kan deze staten nog altijd militair destabiliseren, maar minstens even zorgwekkend zijn de economische ontbering, de armoede, de werkloosheid, de corruptie en het totale gebrek aan perspectief. Het rot van binnenuit is een minstens even grote bedreiging voor de stabiliteit in de regio dan de grootmachtenpolitiek. De komende maanden zet ik mijn reis verder aan de zuidelijke grenzen van Europa en het Middellandse Zeegebied. Hier wil ik onderzoeken hoe de regio geëvolueerd is sinds in 2010 de Arabische Lente begon en – vooral – wat de toekomst zou kunnen brengen.

Consumptiegoederen waren in 2016 gemiddeld vijftig procent duurder dan in 2010

Sinds 2010 werd het nieuws uit het gebied vooral gedomineerd door de opkomst en de val van het Islamitische Kalifaat, door de oorlog in Syrië, de anarchie in Libië en het aanhoudende tumult in Irak. Dat geweld kostte het leven aan een half miljoen mensen en joeg ruim tien miljoen mensen op de vlucht. Nu verschuift de aandacht weer tijdelijk naar Israël, omdat de Amerikaanse president Donald Trump het nodig vond de Amerikaanse ambassade naar Jeruzalem te verhuizen. Pas met de recente onlusten in Iran is er weer meer aandacht voor de verdoken economische crisis waarin het Midden-Oosten en Noord-Afrika zich nog altijd bevinden. Het geweld, de dalende olieprijzen, het wanbeheer en de concentratie van de nieuwe industriële groei ver weg in Oost-Azië zorgen ervoor dat de regio er sinds 2010 amper op vooruitgegaan is. Het beschikbare inkomen per hoofd van de bevolking steeg met maar anderhalf procent per jaar, en die groei werd meteen grotendeels tenietgedaan door de prijsstijgingen. Consumptiegoederen waren in 2016 gemiddeld vijftig procent duurder dan in 2010. Vooral voeding is aanzienlijk duurder geworden, en dat weegt enorm op de steeds groter wordende stedelijke bevolking. De meest zorgwekkende trend is evenwel het schromelijke gebrek aan banen. Sinds 2010 zijn er in de regio dertig miljoen 15- tot 55-jarigen bijgekomen, en amper dertien miljoen nieuwe banen.

Voedselschaarste blijft een enorme uitdaging. De burgeroorlog in Syrië was deels het gevolg van droogte, die tot stijgende voedselprijzen leidde. Toch is de droogte geen exclusief Syrisch probleem. Sinds 2010 stagneerde de productie van graan en groenten in de regio, terwijl de bevolking bleef groeien. Vooral in Egypte, de graanschuur van het Midden-Oosten, is het landbouwsysteem niet in staat om gelijke tred te houden met de bevolkingsgroei. Die voedselschaarste is onlosmakelijk verbonden met waterschaarste. Het beschikbare zoet water per hoofd is geslonken van 1.000 kubieke meter in 2010 tot 900 kubieke meter in 2016. Door de natuurlijke bevolkingsgroei zal dat in de komende twintig jaar verder dalen tot ongeveer 800, of door de klimaatopwarming zelfs 600 kubieke meter. Ter vergelijking: in Spanje, het droogste land van Europa, is er 2.400 kubieke meter per hoofd beschikbaar.

Probeer het landbouwpotentieel in de ene regio te verbinden met het gebrek aan voedsel in de andere regio

Dat heeft gigantische gevolgen, vooral voor Egypte, een land dat over twintig jaar honderd miljoen inwoners zal tellen. Nu al is daar een plattelandsvlucht bezig, maar de grote steden kunnen de toeloop onvoldoende opvangen. Tot nu toe wist de Egyptische overheid de ergste noden te lenigen met voedselsubsidies, maar die kan ze zich niet langer veroorloven. De subsidies werden dit jaar daarom flink teruggeschroefd, met als onvermijdelijk gevolg een groeiende ontevredenheid bij de bevolking. Ook Algerije, dat zijn bevolking de komende twintig jaar van 39 naar 45 miljoen zal zien groeien, heeft het zwaar te verduren. Het land is sterk afhankelijk van ingevoerd voedsel, maar door de dalende inkomsten uit de energiesector kan het zich dat niet langer veroorloven. Voedselprijzen stegen afgelopen jaar met vier procent, en de overheid gebruikt de schaarste ook steeds meer als wapen: wie de overheid trouw blijft, krijgt wat voedsel bedeeld. Dit draagt bij tot de spanningen met bevolkingsgroepen in het zuiden van het land, die zich al lang gediscrimineerd voelen en daardoor steeds opstandiger worden.

De spanningen op de zuidflank van Europa zijn dus van een heel andere aard dan die op de overwegend ontvolkende oostflank. Maar misschien zit daar ook wel een cruciale opportuniteit in Europa’s toekomstige nabuurschapsbeleid: probeer het landbouwpotentieel in de ene regio te verbinden met het gebrek aan voedsel in de andere regio.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content