Beestenboel: ‘Muurhagedissen leren snel dat ze niet telkens moeten wegduiken als ze een mens zien’

© .
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

De bekendste hagedis van Europa is Vlaanderen aan het veroveren. Met dank aan artificiële introducties uit vooral Frankrijk.

Op 15 maart kwam er een euforisch mailtje van biologe Goedele Verbeylen van Natuurpunt: op haar brievenbus zat een muurhagedis! Het was het eerste teken van nieuw leven van de diertjes, die in de herfst op een goed verborgen plek in een lange winterslaap gaan. Een afgesloten ruimte boven in de bus is sinds vorig jaar de vaste pleisterplek van een koppeltje hagedissen, dat ze ook regelmatig in haar tuin ziet rondspurten.

Op 25 mei meldde ze dat er twee muurhagedissen in haar brievenbus zaten. Het mannetje had – niet voor de eerste keer – zijn staart verloren, wat hem niet belette om met een trillend stompje het vrouwtje het hof te maken. De post die onder hem naar binnen gegooid werd, kon hem niet afleiden. Dat worden kleine hagedisjes in de zomer.

Een mevrouw uit Zaffelare meldde ‘angstaanjagende beesten’ in haar keurige tuin.

De beestjes maken mogelijk deel uit van een van de grootste populaties muurhagedissen in Vlaanderen: een honderdtal diertjes langs een spoorwegcomplex in de regio Mechelen. De locatie is geen toeval. Robert Jooris van de amfibieën- en reptielenwerkgroep Hyla van Natuurpunt meldde vorig jaar dat driekwart van de 27 bekende populaties van muurhagedissen in Vlaanderen (en Brussel) zich in de buurt van een spoorweg bevindt – de stenen op een spoorwegbedding zijn uitermate geschikt als biotoop voor de diertjes. Waarschijnlijk reisden veel hagedisjes als verstekeling per trein uit het zuiden mee.

De muurhagedis is de bekendste hagedis van Europa. Als u in de zomer in het zuiden op vakantie bent, is de hagedis die u in een ruïne of op een muurtje ziet, zo goed als zeker een muurhagedis. De soort heeft een bruinachtige bovenkant, een lichtere onderkant en een staart die twee keer zo lang is als het lichaam. Telkens als de staart afbreekt, blijft de vervanger wat korter dan de vorige. Het is niet duidelijk hoe dikwijls een verloren staart vervangen kan worden, maar muurhagedissen hebben een grote capaciteit tot staartherstel: soms kan er op een dag 2,5 millimeter staart bij komen!

In 2007 vatte Robert Jooris de kennis over de kolonisatie van Vlaanderen door muurhagedissen samen in een artikel in Natuur.focus. De eerste waarnemingen, indicaties van voortplanting inbegrepen, dateren uit 2004, langs de spoorweg in de regio Mechelen. In 2005 kreeg Jooris een mail van een mevrouw uit het Oost-Vlaamse Zaffelare, die ‘angstaanjagende beesten’ in haar keurige tuin had. Het bleken muurhagedissen te zijn, ongetwijfeld afkomstig van het tuincentrum dat ze als buur had, en dat aarde uit Frankrijk invoerde – daarin kunnen eitjes van muurhagedissen gezeten hebben.

Voorts waren er waarnemingen bij een arduinkappersbedrijf in Eeklo en een importeur van natuursteen in Lokeren. Genetisch onderzoek wees uit dat de Vlaamse muurhagedissen vooral uit Frankrijk en de Alpen afkomstig zijn. De diertjes verplaatsen zich over slechts korte afstanden, waardoor ze een sterke helpende hand nodig hebben om nieuwe gebieden te koloniseren.

Onderzoek gepubliceerd in Animal Behaviour illustreert dat muurhagedissen zich in een door mensen gedomineerde leefomgeving aanpassen door veel minder angstreflexen te vertonen dan soortgenoten in een landelijk milieu. Ze leren snel dat ze niet telkens moeten wegduiken als ze een mens zien. Die flexibiliteit zal hun succes mee in de hand werken. Dat onze zomers warmer worden, zal ongetwijfeld ook helpen.

Partner Content