Nederland, gidsland

Peter Casteels

Verbindend kunstenaarschap: het bestaat.

Adèle Bloemendaal is overleden. Tenzij u nog nooit van haar hebt gehoord, wist u dat misschien al even: de 84-jarige zangeres, actrice en cabaretière stierf op 21 januari in Amsterdam. Zelf kwam ik er pas vorige week achter, en het liet me niet onberoerd.

Op YouTube staat een oud fragment waarin Bloemendaal een tekst van Bertold Brecht zingt, een van de eerste dingen die ik ooit van haar zag. Het begin spreekt de ‘volkszangeres’ bloedserieus uit: ‘Gezinnen als er een kind geboren is / Zien het graag intelligent / Ik die door intelligentie mijn hele leven bedorven heb / Kan slechts hopen dat mijn zoon / Onwetend en traag van geest zal blijken te zijn / Dan zal hij een rustig leven hebben als minister van het kabinet’. Om ten persoonlijken titel een opmerking over politici toe te voegen: ‘In tijden van nood kun je ze best als bakken rottend voedsel overboord smijten, als ze zelf al niet als ratten het zinkend schip verlaten.’ Het zegt iets over hoe tijdloos de afkeer voor politici is, maar ook over hoe ontzettend breed het werk van Bloemendaal is. Ze leek wel de Nederlandse Beyoncé.

In Vlaanderen kennen de meeste mensen haar uit ’t Schaep met de 5 pooten. In die komische televisieserie uit 1969-1970, die in 2006 een heerlijke remake kreeg, zingt en acteert ze als een nuchtere Amsterdamse die een café uitbaat. Om den brode zong Bloemendaal daarnaast veel carnavalskrakers. Haar eerste hit, Wat heb je gedaan, Daan?, was een parodie op het genre van Drs. P, en ook al haar andere carnavalsnummertjes zijn best geestig. En ze brachten geld op, waardoor ze de cabaretprogramma’s kon maken die dat fragment van Brecht en andere geweldige nummers opleverden.

Als ik een Vlaamse Bloemendaal probeer te bedenken, raak ik niet verder dan Urbanus of Bart Peeters. Zij zijn – of in ieder geval: waren – ook populair bij liefhebbers van lage én hoge cultuur. Verder wordt de grens tussen laag en hoog hier minder vaak overgestoken dan in Nederland, waar wel meer artiesten zowel schlagerfans als culturo’s aanspreken. Ook Paul de Leeuw is daarvan, als televisiemaker, een goed voorbeeld.

Als de Vlaamse kleinkunstmuzikanten die Radio 1 het quotum voor Nederlandstalige muziek helpen behalen ook eens voor een groter publiek zouden schrijven, dan zouden ze met hun zeurderige, vervelende muziekjes niet meer weg raken. Wat zou het fijn zijn als de mensen die nu ongedurig wachten op de comeback van Get Ready dan ook eens een songregel ingelepeld zouden krijgen die van Drs. P had kunnen zijn. Helaas, helaas.

Door PETER CASTEELS

Adèle Bloemendaal, de zangeres en cabaretière die onlangs overleed, leek wel een Nederlandse Beyoncé.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content