BEESTENBOEL: DE GEWONE PAD

Dirk Draulans

Hij is niet om aan te zien en werd vroeger met heksen geassocieerd, maar de pad kan best nuttig zijn in uw tuin.

Veel mensen zouden versteld staan als ze zouden beseffen hoeveel dieren er onderdak vinden in hun huis. Als u beschikt over een kelder die wat vochtig is, is de kans groot dat er padden overwinteren. Ze zijn wel moeilijk te vinden, want ze zijn goed gecamoufleerd en in de winter zitten ze doodstil, omdat hun stofwisseling op een heel laag pitje draait. In feite wachten ze gewoon maandenlang tot de lente begint.

Meteen nadat ze actief geworden zijn, beginnen de padden aan de belangrijkste activiteit van het jaar: de voortplanting. Daarvoor moeten ze de boer op. Ze verlaten hun schuilplaats en trekken naar een beek of poel waar ze een partner zoeken, paren en eitjes leggen of bevruchten. Daarna trekken ze opnieuw het land op. In tegenstelling tot kikkers zijn padden vooral landdieren. Hun voortplantingsplek kan kilometers verwijderd liggen van de plaats waar ze overwinteren.

De start van de paddentrek hangt af van de weersomstandigheden: als de temperaturen stijgen tot 6 à 8 °C en het lichtjes regent, zijn padden niet te houden. Zo kan er in februari al wat paddentrek zijn, maar de hoofdmoot trekt pas in maart. Zachte winters hebben een effect op de timing: in 2016 was er eind januari al een eerste piekje in de paddentrek. Dat is niet noodzakelijk goed nieuws, want als ze te vroeg ontwaken, kunnen padden in de problemen komen als het later weer koud wordt.

Op plekken waar tussen de wintergebieden en de voortplantingspoelen een weg ligt, kan het verkeer een ravage aanrichten onder de hitsige padden. De gewone pad staat met stip boven aan de rangschikking van dieren die in Vlaanderen als verkeersslachtoffer vallen. Daarom organiseert Natuurpunt in de lente ’s avonds ‘paddenoverzetacties’: de diertjes worden opgepikt voor de weg en aan de andere kant weer losgelaten (zie www.paddenoverzet.be als u wilt meewerken). Sinds 2010 werden elk jaar tussen 110.000 en 150.000 padden een weg overgezet, in de twee richtingen, want de beestjes moeten natuurlijk ook terug.

De mannetjes komen doorgaans eerst aan in de voortplantingspoelen – meer dan 80 procent van de dieren komt terecht in de poel waarin ze geboren zijn. Met ononderbroken gekwaak bepalen ze hun positie in de paddenhiërarchie. De grotere vrouwtjes arriveren later en luisteren goed naar het gekwaak van de mannetjes, in een poging de beste te detecteren. Dat betekent niet dat ze hem ook krijgen, want mannetjes laten niet graag een kans liggen om een vrouwtje – in hun geval letterlijk – te bespringen. Soms hangt er een bol van een tiental op paring beluste mannetjes op en rond een vrouwtje. Er zijn gevallen beschreven van vrouwtjes die verdronken omdat ze niet aan de mannetjes konden ontsnappen.

Padden zijn stille jagers, die het grootste deel van het jaar vanuit een vaste schuilplaats passerende prooien pakken. Ze kunnen nuttig zijn, want er staan als schadelijk beschouwde dieren op hun menu, zoals naaktslakken. Zelf zijn ze een gegeerde prooi voor bijvoorbeeld egels.

Padden zijn ook gevoelige dieren. In Italië is vastgesteld dat padden enkele dagen voor een aardbeving massaal hun voortplantingspoelen verlieten. Blijkbaar voelden ze aan elektrische veranderingen in de lucht dat er iets op til was. Ze zouden dus – toch in hun actieve fase – als een biologische sensor voor aardbevingen kunnen fungeren. In Italië kunnen ze zoiets gebruiken.

Door Dirk Draulans

Soms verdrinken vrouwtjes omdat ze niet aan de hitsige mannetjes kunnen ontsnappen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content