Jeroen Dijsselbloem: ‘Italië moet vooral zichzelf redden’

Jeroen Dijsselbloem: 'Als Italië failliet gaat, zal dat ook negatieve gevolgen hebben voor andere landen.' © BelgaImage

Als Italië zijn overheidsfinanciën niet op orde krijgt, moet Europa geen medelijden tonen, vindt de Nederlandse ex-minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem.

Als leider van de Eurogroep was u in 2015 streng voor het noodlijdende Griekenland. Hoe moeten uw opvolgers nu omgaan met Italië?

Jeroen Dijsselbloem:Het signaal van de EU moet helder zijn: wij laten ons door de Italiaanse regering niet onder druk zetten. Als Italië zijn toegang tot de financiële markten verliest, zal Europa het land niet kunnen redden.

Het ESM-noodfonds voor de euro beschikt nog over 400 miljard euro. Volstaat dat bedrag niet om Italië te redden?

Dijsselbloem: De komende vijf jaar heeft de Italiaanse overheid jaarlijks 250 miljard euro nodig om zich te herfinancieren. Het ESM-fonds kan Italië dus hoogstens twee jaar boven water houden, wat zinloos zou zijn. Bovendien staan weinig landen te springen om uitgerekend deze regering uit de nood te helpen. De landen van de eurozone moeten de huidige Italiaanse regering daarom klaar en duidelijk zeggen: als jullie je nu niet aan de Europese afspraken over begrotingstekorten houden, zullen jullie je op het einde zelf moeten redden.

Simpelweg meer schulden maken gaat niet als je al een staatsschuld hebt die meer dan 130 procent van het bbp beslaat.

Wat bedoelt u daarmee?

Dijsselbloem: De eurozone moet dan duidelijk maken dat mensen die Italiaanse staatsobligaties kopen hun geld mogelijk niet volledig terug zullen zien. Ze zullen een wanbetaling moeten slikken, want het zal onvermijdelijk tot een schuldsanering komen. De boodschap aan de markten voor alle toekomstige crisissen moet ondubbelzinnig zijn: anders dan in het verleden zullen we jullie niet meer uit de problemen kopen. Juist daarom heeft de eurozone een insolventieregeling nodig voor lidstaten van de muntunie.

De Italiaanse regering beweert dat haar meeruitgaven de economie een nieuwe schwung zullen geven.

Dijsselbloem: Als die veronderstelling juist zou zijn, zouden de markten dat belonen. Dat doen ze evenwel niet, integendeel. Zo’n burgerloon bijvoorbeeld, zoals de Italiaanse regering er een wil invoeren, is absoluut een fijn idee, maar alleen als het gefinancierd wordt door besparingen op andere domeinen. Simpelweg meer schulden maken gaat niet als je al een staatsschuld hebt die meer dan 130 procent van het bruto binnenlands product beslaat.

Kan de Italiaanse egotripperij andere eurolanden aansteken?

Dijsselbloem: Het verschil met de Griekse eurocrisis is dat de markten tegenwoordig veel meer elk land afzonderlijk beoordelen. Neem Portugal. De linkse regering daar gaat weliswaar openlijk tekeer tegen de zuinigheidspolitiek van de Europese Unie, maar in de feiten voert ze een erg verantwoordelijk begrotingsbeleid. De markten stellen dat op prijs.

Heeft de Duitse minister van Financiën Olaf Scholz dan gelijk als hij zegt dat de koers van de regering in Rome een Italiaans probleem is, en geen Europees?

Dijsselbloem: Ja. Italië is natuurlijk een groot land. Als het failliet gaat, zal dat ook negatieve gevolgen hebben voor andere landen. Maar ik hoor in de boodschap van Scholz dat Italië vooral zichzelf moet redden. Ook ik zeg niets anders.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content