Regisseur Romeo Castellucci komt naar De Munt: ‘Ik geloof in schandaal’

Romeo Castellucci © L. Ravaglia
Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Deze herfst rolt Brussel de rode loper uit voor Romeo Castellucci. De Italiaanse regisseur toont werk in Kanal, in Bozar én hij regisseert Die Zauberflöte in De Munt.

En zeggen dat u landbouwer wilde worden.

Romeo Castellucci: Tot mijn puberteit modderde ik wat aan. Ik deed niets, kende niets, had geen idee wat ik wilde doen. Tot ik op een dag de kunstgeschiedenisboeken van mijn zus vond. Ik bladerde erin en er ging een wereld voor me open. Van de ene dag op de andere gooide ik mijn leven om. Ik gedroeg me anders, at anders. Het was een persoonlijke revolutie. Ik begon te schilderen, en maakte performances en theater.

In 2012 werd de opvoering van On the Concept of the Face, Regarding the Son of God in deSingel enkele uren uitgesteld omdat protesterende gelovigen een stinkbom in de zaal hadden gegooid. Waarom provoceert u zo graag?

Castellucci: Ik geloof niet in choqueren of provoceren. Ik geloof wél in schandaal. Het woord ‘schandaal’ komt van het Griekse skándalon, wat zoveel betekent als ‘de steen die je doet struikelen’. Je wandelt, je struikelt, je stopt en daarna wandel je op een andere manier verder. De kunstgeschiedenis is de geschiedenis van het schandaal.

Als kunstenaar is het je taak om vragen te stellen waar er geen gesteld worden

Hoe laat u ons struikelen tijdens Die Zauberflöte?

Castellucci: Wel, W.A. Mozart componeerde een supersymmetrische opera. Het eerste en tweede bedrijf lijken op elkaar als de delen van een doorgesneden appel. Ik gebruik die symmetrie als een kracht. Het eerste bedrijf bestaat uit louter dans, gechoreografeerd door Cindy Van Acker. Na de pauze ziet het decor er helemaal anders uit. Ik verplicht je dan om je blik en je gehoor opnieuw te configureren.

Ik vertel ook een ander verhaal. Ik ontdekte dat Goethe na de Franse Revolutie van 1789 en het daarop volgende schrikbewind Der Zauberflöte zweyter Theil (1795) schreef. In dat libretto schrijft hij over antropologisch pessimisme, over de ontgoocheling van de hogepriester Sarastro, en over de vlakheid van de personages Papageno en Papagena. Goethe benadert het verhaal waarin de Koningin van de Nacht verdreven wordt door Sarastro heel anders. Hij stelt vragen. Als kunstenaar is het je taak om vragen te stellen waar er geen gesteld worden. In het geval van Die Zauberflöte zijn dat vragen als: hoe is het mogelijk om te leven in een wereld zonder schaduw, zoals Sarastro voorstelt? Of: wat bedoelt Sarastro in het eerste bedrijf met ‘ Sie mussen erst gereinigt sein‘? Voor dat idee van zuiverheid werden en worden mensen vermoord. Daarmee ga ik aan de slag.

De opera is het startschot van een Castellucci-herfst in Bozar en Kanal. Wat toont u er?

Castellucci: In Bozar ontwerp ik een installatie aan de ingang van de expo Theodoor Van Loon. Een caravaggist tussen Rome en Brussel. Ik bedacht een kamertje waarin je niet zozeer iets zult horen of zien, maar iets zult voelen. Voor Kanal (tot 2017 een Citroëngarage, nvdr) maak ik La Vita Nuova, een performance waarbij ik me liet beïnvloeden door de architectuur van het gebouw, de auto’s die er vroeger stonden en het nabijgelegen kanaal. Geïnspireerd door Dante Alighieri’s bundel La Vita Nuova uit 1295 brengt een acteur een speech die zich tegen de kunst en de kunstenaars uitspreekt. Tijd voor polemiek!

Die Zauberflöte, van 18/09 tot 03/10 in De Munt, Brussel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content