De avonturen van nero & co

Marc Sleen 1947-2002 Omdat er geen betere gids te vinden is voor het naoorlogse Vlaanderen

Je kunt Vlaanderen en zijn inwoners niet begrijpen zonder enkele albums te lezen van onze grote stripauteurs, zoals Willy Vandersteen, Jef Nys, Marc Sleen of Merho’, zegt Sven Gatz, Vlaams minister van Cultuur. ‘De figuren die daarin worden opgevoerd zijn onvergetelijke uitvergrotingen van typisch Vlaamse prototypes.’ Trends-hoofdredacteur Daan Killemaes schuift Jommeke van Jef Nys naar voren, net als literatuurwetenschapper Geert Buelens: ‘De Vlaamse utopie in zakformaat, het leven buiten de stad, huizen worden bij voorkeur niet via de voordeur betreden.’

De meeste voorkeur ging naar het ‘dagbladverschijnsel’ Nero van Marc Sleen, geboren als Marc Neels (1922-2016). Volgens sommigen is er ‘geen betere gids te vinden voor het naoorlogse Vlaanderen dan de avonturen van de populaire antiheld en levensgenieter Nero en zijn doldwaze kliek’. Met bijvoorbeeld Meneer Pheip, de niet zo pientere (oud)burgemeester van Moerbeke-Waas, die voortdurend Nederlands spreekt met een Frans accent. Of Jan Spier, de laatste afstammeling van Jan Breydel, die een frietkot uitbaat. En daar schuiven weleens bekenden aan, zoals de toenmalige premier Jean-Luc Dehaene, die een dubbele portie bestelt als de oppositie hem het leven zuur maakt en Club Brugge verloren heeft. Zoals Rik Torfs het formuleert: ‘De stripreeks Nero, waar Vlamingen sympathieker uitkomen dan ze in hun mindere momenten zijn.’

Ook verkozen door o.a.

Kurt Van Eeghem (televisiemaker) en Margot Vanderstraeten (schrijfster)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content