‘We mogen veiligheid niet laten misbruiken door extreemrechts’

Veli Yüksel © Belga
Stavros Kelepouris
Stavros Kelepouris Journalist Knack.be

Veli Yüksel, Kamerlid voor CD&V, schreef een boek over het Belgische veiligheidsbeleid: Veiligheid voor iedereen. Vooral dat laatste woord is cruciaal: ‘we kunnen veiligheid creëren door verbondenheid,’ zegt hij. Maar dan moeten bepaalde politici wel ophouden moslims te stigmatiseren

Veiligheid is weer hot – zeg dat Veli Yüksel, die voor CD&V in de Kamer zetelt en ook lid is van de parlementaire commissies voor Defensie, het gezegd heeft. Na de aanslagen van 22 maart 2016 – ‘onze 9/11’ noemt hij het – is veiligheid opnieuw een thema dat overal in de samenleving over de tongen rolt. ‘Het moet voor onze politici dan ook prioriteit nummer één worden en blijven. De tijd is voorbij dat extreemrechts het monopolie op veiligheid kan claimen,’ betoogt Yüksel met zijn nieuwe boek Veiligheid voor iedereen. Daarin trekt hij van leer tegen de besparingslogica die al jaren het defensiebeleid beheerst, het verzet tegen een Europese Defensie, en de politieke spelletjes die de veiligheid in ons land in gedrang brengen.

‘Europa is in de ban van de angst’, schrijft u in de inleiding. Dat is een harde diagnose.

Yüksel: Maar ze klopt wel. Er is de angst voor de islam en de moslim, en daarbij wordt meteen een link gemaakt naar terrorisme. Dat is ingegeven door angst en onzekerheid. We moeten proberen dat te overwinnen, anders creëren we een dubbele maatschappij, met mensen die in angst leven voor een andere groep, die zelf ook in angst leeft omdat ze als veiligheidsrisico gezien wordt. We moeten elkaar respecteren, ook al heeft de ander niet dezelfde ideologie of religie. We kunnen veiligheid creëren door verbondenheid.

22 maart was voor ons wat 11 september voor Amerika was, schrijft u. De analyse in West-Europa was net dat Amerika na 9/11 de balans tussen veiligheid en privacy kwijt is geraakt. Bestaat het gevaar dat wij nu ook te ver gaan in onze veiligheidscultuur?

Yüksel: We zijn lange tijd gespaard gebleven van terreur, tot we op 22 maart wakker schrokken. De voorbije maanden zijn onze burgers op een pragmatische manier omgegaan met de inperking van hun vrijheden. Er was bijvoorbeeld de PNR-wetgeving – waardoor iedereen die met de trein of het vliegtuig de grens oversteekt, geregistreerd wordt – of de afschaffing van de anonieme SIM-kaarten.

De burger is bereid geweest daarin mee te gaan en die privacy op te geven. Als maatschappij worden we net beschermd door een stuk van onze vrijheden en privacy op te geven. We geven sowieso heel veel privacy op via Facebook: wanneer we gaan slapen, waar we heen gaan, met wie we ergens zijn, enzovoort. Maar zodra de overheid wil bijouden waar iemand op vakantie gaat, zoals de PNR-wetgeving voorziet, is er ineens een probleem.

De overheid moet vooral trachten het evenwicht te vinden, met redelijkheid en duidelijke procedures, met proportionele maatregelen. En we moeten goed uitleggen welke stappen we nemen en waarom.

Dat evenwicht leek alleszins weggesmolten in het dossier van de woonstbetredingen. Onder meer uw partij heeft daar gas terug moeten nemen.

Yüksel: Wij zijn een overlegpartij en houden rekening met gefundeerde bedenkingen. En er bleken nog enkele problemen te zijn. We zouden tussenkomen in een situatie waarbij mensen vanuit humanitair oogpunt vluchtelingen en sans-papiers proberen te helpen. Daarin tussenkomen kan nooit de bedoeling zijn, net zoals het niet de bedoeling kan zijn dat mensen met kwade bedoelingen op die manier een schuilplaats krijgen. Dat moeten we voor ogen houden, en ik denk dat niemand ertegen kan zijn dat we geradicaliseerden en terroristen proberen op te sporen. Maar de verhouding moet goed zitten.

De verhouding zat dus niet goed?

Yüksel: Dat is zo gebleken, en de wet is voorlopig teruggetrokken. De premier zal er zich nu over ontfermen, en bijkomende maatregelen zullen noodzakelijk zijn. Met die wet is duidelijk geworden dat een aantal elementen scheef zit, en dat er wat hersteld moet worden.

Na 22 maart pleitte N-VA nadrukkelijk voor gewapend bestuur. In uw boek lijkt u te suggereren dat hun voorstellen flirten met de grenzen van de rechtsstaat.

Yüksel: Een gewapend bestuur en vooral een noodtoestand, waar Bart De Wever fel pleitbezorger van was, geeft aan de regering heel veel macht terwijl de parlementaire en juridische controle stevig gereduceerd wordt. Het wordt dan bijvoorbeeld mogelijk om mensen voor onbepaalde tijd vast te zetten als er louter vermoedens zijn van radicalisme. Dat zou de toets van de rechtsstaat niet doorstaan, en net die parlementaire en juridische toets is essentieel in onze democratie.

Een noodtoestand veronderstelt trouwens dat er oorlog is, en we zijn simpelweg niet in oorlog. In Frankrijk werd zo’n noodtoestand wel ingeroepen. Op korte termijn is dat een krachtig symbool, maar op langere termijn werkt dat contraproductief. Bovendien is het maar de vraag hoe je die weer afschaft. President Hollande heeft het geprobeerd, maar op de dag van de aankondiging werd de aanslag in Nice gepleegd en kon hij op zijn stappen terugkeren. Het is een geluk dat wij nooit zo ver gegaan zijn. We hebben zo’n noodtoestand ook niet nodig gehad om aanslagen te verijdelen, terwijl in Frankrijk aanslagen gepleegd zijn op het moment dat de noodtoestand van kracht was.

We geven sowieso heel veel privacy op via Facebook. Maar zodra de overheid wil bijouden waar iemand op vakantie gaat, is er ineens een probleem.

U schrijft in het boek meermaals dat moslims in de nieuwe Zeitgeist onterecht gestigmatiseerd en over dezelfde kam geschoren worden.

Yüksel: De daders van de aanslagen in Parijs en Brussel misbruiken de islam en het geloof voor een idiote, nihilistische sekte. Bij ons vielen er ook moslimslachtoffers, en in Irak en Syrië sterven moslims aan de gruwel van de Islamitische Staat. Bovendien werden de aanslagen ook door moslims scherp veroordeeld. Moslimleiders liepen in de marsen schouder aan schouder met regeringsleiders.

Het is vandaag bon ton om de link tussen terrorisme en islam te maken, ook in de politiek en de media. Maar het is een selectieve lezing van feiten. Bij de aanslag van Anders Bering Breivik werd aanvankelijk niet van een terrorist maar van een verward persoon gesproken. In Londen werden vorig jaar moskeegangers aangereden door een man met een busje, maar er werd geen link gezocht met zijn religieuze achtergrond.

Het is een vorm van framing die vandaag jammer genoeg mainstream is, en dat is precies wat de terroristen willen: een oorlog tussen wij en zij. We mogen niet in die val trappen.

Wat dat betreft bent u heel hard voor uw regeringspartner N-VA. U schrijft dat ze de islam in een verdomhokje wil duwen om chaos te creëren.

Yüksel: Voor mij is het essentieel dat we alle burgers in dit land ruimte geven om zich te ontplooien. Hebben we het over moslims, dan kan dat volgens mij het best door moskeeën te erkennen, een imamopleiding in te richten, en door een institutionalisering van de islam. In al die dossiers staat N-VA op de rem om ervoor te zorgen dat de zaken niet veranderen.

Er staan vandaag 23 moskeeën te wachten op erkenning, omdat Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Liesbeth Homans weigert. Ik lees in rapporten dat die dossiers vanuit veiligheidsoogpunt alvast in orde zijn. Wat speelt er dan politiek dat die dossiers geblokkeerd worden? Met zo’n houding voedt je de perceptie dat sommigen onze moslimburgers liever kwijt dan rijk zijn – terwijl we hen net nodig hebben in de strijd tegen radicalisering.

In een rapport van de Staatsveiligheid stond wel te lezen dat de door Diyanet aangestuurde moskeeën een verlengstuk zijn van de Turkse AKP en bijdragen aan de polarisering van de Turkse gemeenschap in België. Dat is toch reden om sceptisch te zijn, gelet op de toestand in Turkije?

Yüksel: Mijn boek gaat over veiligheid en het bestrijden van radicalisering. Ik weet niet of alle 23 moskeedossiers geblokkeerd zijn omwille van de discussie rond Turkije en Diyanet, maar ik denk van niet. Daarom vind ik het onaanvaardbaar en godgeklaagd: een erkenning is een opportuniteit om deradicalisering vanuit de moskeegemeenschappen mogelijk te maken. Denk maar aan het geval in de Moskee in Diegem: het bestuur sloeg alarm toen een Spaanse imam radicaal gedachtegoed kwam verspreiden. Een erkenning impliceert ook controle, meer transparantie en openheid.

Journalistiek onderzoek heeft ook uitgewezen dat Diyanet een soort spionagewerk verricht in ons land. Voor die moskeeën is enige scepsis dan wel vereist?

Yüksel: De Staatsveiligheid heeft nooit gezegd dat Diyanet bedreigend zou zijn voor onze staat en onze burgers. Bij mijn weten zijn vanuit de Turkse Diyanet-moskeeën geen Syriëstrijders vertrokken. Daar gaat het mij om, niet om de politieke invalshoek. We moeten een dam opwerpen tegen het gewelddadig radicalisme waardoor jongeren zich aansluiten bij IS. De moskeeën waarover geen discussie bestaat, moeten we om die reden aanmoedigen en erkennen. Dat zijn plaatsen waar aan verbondenheid in de gemeenschap gewerkt kan worden, en het is onverstandig om hun erkenning tegen te houden.

U verwijst ook naar de uitspraken van minister Jan Jambon over de dansende moslims, en noemt die ‘een minister van Binnenlandse Zaken onwaardig’.

Yüksel: Die uitspraken waren kwetsend. Heel veel moslimjongeren vroegen zich toen af of ze ooit volwaardig deel van de samenleving zouden uitmaken. Politici hebben het recht om te zeggen wat ze willen, maar het ging hier wel om de minister van Binnenlandse Zaken: de minister die over uw en mijn veiligheid moet waken, en over die van de moslimpopulatie in het land. Dan zijn zulke uitspraken – die trouwens niet gestaafd konden worden – problematisch. Van de minister verwacht ik niet dat hij hele bevolkingsgroepen gaat stigmatiseren.

Ik mis inclusiviteit bij Be.One. Het lijkt een u003cemu003eone issueu003c/emu003e-partij

Is een partij als Be.One een oplossing tegen de stigmatisering?

Yüksel: Hoe meer mensen aan politiek willen doen, hoe beter. Maar ik mis inclusiviteit bij Be.One. Het lijkt een one issue-partij, terwijl we vandaag nood hebben aan partijen die verbinden. In hun communicatie heb ik tot nog toe weinig wervends gezien. Ze blijven haken achter symbolen, en die moeten we net overstuigen.

Een van de opvallendste passages in het boek is die over de vervanging van de F16. De Fransen komen volgens u te laat, maar we moeten hun aanbod toch overwegen om zo bij de andere kandidaten een lagere prijs te bedingen.

Yüksel: De Fransen hebben zich met de Rafale buiten de officiële procedure gehouden, wellicht omdat ze niet klaar waren of niet aan de vereisten voldeden. Maar we kunnen de deur wel openhouden voor gesprekken op langere termijn. We zagen na het voorstel van de Fransen al dat de andere kandidaten, de Amerikanen van de F-35 en het Europese consortium achter de Eurofighter, allerlei bijkomende inspanningen hebben geleverd.

We moeten de procedure volgen. We zien wel of de prijs en het aanbod van de twee overgebleven kandidaten beantwoorden aan onze vraag en budgettering.

Rekening houden met een kandidaat die de procedures niet volgt, om zo een lagere prijs te krijgen: klinkt dat niet enigszins als ‘afdreigen’?

Yüksel: Neen, dat is een eenzijdige lezing. We weten op dit moment echt niet in welke richting het uiteindelijk zal gaan. De berekeningen worden nog uitgevoerd. Maar ook al maken de Fransen geen deel uit van de officiële procedure, dit zal sowieso een effect hebben op de houding van de twee andere kandidaten. Je moet het in die context bekijken. We kunnen trouwens niemand afdreigen, want we weten ook wel dat de Fransen niet meer in de running zijn.

Je boek is een pleidooi voor de herwaardering van Defensie, maar ook voor het werk van parlementariërs.

Yüksel: Absoluut. De commissie Terreurbestrijding, die nu haar werkzaamheden beëindigd heeft, heeft belangrijke wetgeving vormgegeven, en ik was daar op de eerste rij getuige van. Als individueel parlementariër kan je we degelijk wegen op het debat, als je voor jezelf de ruimte creëert en je in de materie verdiept. Er zijn uiteraard beperkingen, zeker als parlementslid in de meerderheid, maar het is mogelijk om stenen te verleggen. Dat is mijn oproep aan mijn collega’s: laat u gelden in de commissies, en neem initiatieven om dingen in beweging te zetten. In de oppositie is dat makkelijk, binnen de meerderheid zijn de marges wat kleiner.

De veiligheid is te lang gekaapt door extreemrechts, besluit uw boek. Maar het is wel N-VA dat de verkiezingen rond dat thema zal voeren, uw partij pakt het zachter aan. Schuilt daar een kleine frustratie?

Yüksel: Nee hoor. Veiligheid is noch links, noch rechts. Het belangt iedereen aan, en iedereen moet zijn rol erin spelen. Als een centrumpartij als CD&V dat niet voldoende claimt en niet genoeg zijn stem laat horen, dan wordt het thema gekaapt. Sinds 2015 is veiligheid als politiek issue nadrukkelijk aanwezig – terecht. Inperking van de privacy raakt de hele samenleving, maar we beseffen dat te weinig. Daarom mogen we dit niet laten misbruiken door extreemrechts.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content