Roundup veilig? Hoe Monsanto speculeert over haar eigen ‘kankerverwekkende’ product

Protest tegen landbouwgigant Monsanto en Roundup, een populaire onkruidverdelger van het bedrijf, Brussel, 19 juli 2017. © Reuters
Vincent Harmsen
Vincent Harmsen Journalist

Hoe reageer je als bedrijf wanneer je hoort dat het product dat je al decennia verkoopt de kans op een agressieve vorm van kanker meer dan verdubbelt? Op het hoofdkantoor van landbouwgigant Monsanto hebben medewerkers sinds 2008 een standaardreactie klaar, blijkt uit interne emails die Knack inkeek.

‘Hoe bestrijden we dit?’ Het is te lezen in één van de honderden emails die op 1 augustus openbaar zijn gemaakt in het kader van een rechtszaak in de Amerikaanse stad San Francisco. Schadeclaimadvocaten vertegenwoordigen daar zo’n duizend boeren en hobbytuiniers, en in sommige gevallen hun nabestaanden, die ernstig ziek zijn geworden. De oorzaak zou Roundup zijn, een populaire onkruidverdelger van landbouwgigant Monsanto.

Middelen zoals Roundup, die werken op basis van de stof glyfosaat, zijn inmiddels de meest gebruikte pesticiden in de wereld.

Roundup stond lange tijd te boek als relatief veilig, en groeide mede daarom ook uit tot bestseller van Monsanto. Sinds de introductie van genetisch gemanipuleerde soja door het bedrijf in 1994, nam het gebruik een grote vlucht. De gentechplanten zijn namelijk resistent tegen het gif, waardoor boeren ook tijdens het groeiseizoen onkruid kunnen bestrijden.

Middelen zoals Roundup, die werken op basis van de stof glyfosaat, zijn inmiddels de meest gebruikte pesticiden in de wereld.

‘Wetenschapper en moeder’

De interne email komt van Donna Farmer, al sinds 1991 toxicoloog bij Monsanto. In een bedrijfsfilmpje dat op YouTube te vinden is, presenteert Farmer zich als ‘wetenschapper en moeder’ die waakt over de veiligheid van Roundup: ‘We weten dat moeders en vaders veilig voedsel voor hun gezin willen’, aldus Farmer, terwijl pianomuziek op de achtergrond klinkt, ‘en dat is precies wat wij ook voor onze families willen.’ Maar uit nieuw vrijgegeven emails komt een meer cynisch beeld van Farmer naar voren: als toxicoloog hielp ze schijnbaar jarenlang de gevaren van Roundup te verbergen.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

‘Dank dat je dit aan me doorstuurt’, schrijft ze op 8 oktober 2008 wanneer een collega haar wijst op een studie die toont dat boeren die Roundup gebruiken meer kans hebben op lymfklierkanker, resultaten die eerder dat jaar zijn gepubliceerd in het tijdschrift International Journal on Cancer. ‘We kennen deze studie al een tijdje…’, schrijft ze. ‘Ik heb een aantal experts gevraagd ernaar te kijken. Als ik die beoordeling heb zullen we een document opstellen en dat gebruiken als weerwoord.’

Het papieren spoor dat de rechtszaak in Californië voortbrengt, ook wel de ‘Monsanto Papers’ genoemd, onthulde in maart dit jaar al dat het chemiebedrijf in het geheim als ghostwriter meeschrijft aan studies die Roundup veilig verklaren. Nu blijkt, op basis van de nieuw ontsloten stukken, dat het bedrijf bewijs van risico op kanker binnenskamers tot in detail bespreekt.

Meest in het oog springend is een vertrouwelijke bedrijfspresentatie uit 2008, waarin Monsanto de conclusies van een Franse studie met zee-egels samenvat: ‘Roundup beïnvloedt één van de cruciale fasen van de celdeling’, valt te lezen, ‘wat op lange termijn mogelijk tot kanker leidt.’

Roundup veilig? Hoe Monsanto speculeert over haar eigen 'kankerverwekkende' product
© Monsanto

Zee-egels

Het gaat om de onderzoeksresultaten van de Franse wetenschapper Robert Bellé, werkzaam voor het Station Biologique de Roscoff, een zee-onderzoekscentrum aan de Atlantische kust in Bretagne, Frankrijk. Bellé concludeerde begin deze eeuw in een reeks onderzoeken dat Roundup in staat is het DNA van cellen bij embryo’s van zee-egels te beschadigen, een indicatie voor risico op kanker.

Uit zijn onderzoek kwam nog iets anders opmerkelijks naar voren. Bellé liet zien dat pure glyfosaat alleen bij zeer hoge dosering effect had, maar dat Roundup – een cocktail waar naast glyfosaat ook nog vele andere (en deels onbekende) chemicaliën in zitten – het DNA van cellen al kan beschadigen bij doseringen die vele malen kleiner zijn dan die waar boeren aan worden blootgesteld.

De interne emails tonen dat Donna Farmer deze conclusie van Robert Bellé, dat Roundup gevaarlijker is dan glyfosaat, zeer serieus neemt: ‘Het interessante punt is’, schrijft ze in 2002 over de resultaten van Bellé die op dat moment net zijn gepubliceerd, ‘dat glyfosaat vrijwel geen effect had, maar het geformuleerde product wel – wijst dit ons in de richting van de mengstoffen?’

Het Amerikaanse chemiebedrijf neemt de conclusies intern serieus, maar bestrijdt publiek de bevindingen. ‘Monsanto stelde op de Franse televisie dat de effecten bij de zee-egel geen betekenis hebben voor andere organismen’, vertelt hoogleraar Bellé in een telefonisch interview met Knack. ‘Maar in 2006 hebben we gepubliceerd over het genetisch materiaal van de zee-egel. Daaruit blijkt dat cellen van zee-egels een mechanisme kennen dat identiek is aan dat van menselijke cellen. Het bewees de relevantie van ons onderzoek.’

‘Probleem direct elimineren’

De studie blijkt aanleiding voor Monsanto om in Europa de organisatie op te schroeven als het gaat om de verdediging van Roundup, zo tonen notulen: ‘Er was een discussie over de zee-egel kwestie’, staat genotuleerd over een bijeenkomst op 28 augustus 2002. ‘Overeenstemming was dat het uiteindelijk tot een bevredigend einde was gebracht, maar dat met name de eerste dagen schadelijk waren, omdat niemand het probleem op zich nam en verantwoordelijk was voor de reactie.’

Het bedrijf besluit één persoon verantwoordelijk te maken: ‘Eén coördinator…die de reactie organiseert door een expert erbij te betrekken, een team te creëren, of die het probleem zelf direct elimineert.’ Deze ‘coördinator’ zal zorg dragen voor actuele informatie voor journalisten, zo is te lezen, en de ‘belangrijkste activiteiten’ van Europese ngo’s in de gaten houden.

En als het gaat om Bellé, doet Monsanto nog meer om zijn werk te bestrijden. In 2012 verschijnt in het Journal of Toxicology and Environmental Health een overzichtsstudie waarin al zijn onderzoeken voorbijkomen. De studie is betaald door Monsanto, en uitgevoerd door het bedrijf Exponent. Exponent is een Amerikaans consultancybedrijf dat gespecialiseerd is in de verdediging van gevaarlijke producten, en is berucht om haar staat van dienst voor de tabaksindustrie.

Ghostwriter

Monsanto zou daarbij ook nog als ghostwriter hebben meegeschreven aan deze studie, wat – indien correct – neerkomt op wetenschappelijke fraude. De nieuw ontsloten emails suggereren dit althans:

‘John, in bijlage de eerste 46 pagina’s’, schrijft Donna Farmer op 18 november 2010 aan John DeSesso, medewerker van Exponent, met in de email een conceptversie van de studie die in 2012 zal verschijnen. In de tekst zijn tientallen wijzigingen van Farmer zichtbaar, en bovendien tonen de track changes dat ze haar eigen naam én die van Monsanto van het titelblad heeft verwijderd.

De conclusies van de studie zijn, niet verassend, volledig in lijn met Monsanto’s eerdere kritiek op Bellé: ‘De relevantie van zulke [zee-egel] studies voor de inschatting van het risico van glyfosaat voor mensen is twijfelachtig’, valt in de gepubliceerde tekst te lezen. ‘De relatie tussen celdeling bij zee-egel eitjes direct blootgesteld aan hoge concentraties van pesticiden en de gezondheidseffecten voor mensen…blootgesteld aan lagere concentraties…is op z’n best onbeduidend te noemen.’

Een onderzoeksfarm van landbouwreus Monsanto in het Canadese Manitoba.
Een onderzoeksfarm van landbouwreus Monsanto in het Canadese Manitoba.© Reuters

EU-rapport

Pikant is dat Europees voedselagentschap EFSA ook op deze studie heeft vertrouwd toen in 2015 de veiligheid van glyfosaat werd onderzocht. Dat blijkt uit het zogeheten Renewal Assessment Report (RAR), het literatuuroverzicht waar EFSA zich op baseert, waar de Exponent-studie maar liefst zeventien keer wordt aangehaald. Het is de derde studie waarmee gesjoemeld zou zijn waarop de Europese autoriteiten vertrouwden.

In november 2015 oordeelde EFSA dat glyfosaat veilig is. Het is de wetenschappelijke basis waarop de Europese Commissie van plan is opnieuw groen licht te geven voor de onkruidverdelger.

Maar waar het Europese rapport de conclusies van de door Monsanto gefinancierde studie letterlijk overneemt, zijn de studies van Robert Bellé naar de effecten van Roundup op zee-egels geschrapt. ‘Niet betrouwbaar’ vinden de Europese autoriteiten. Volgens EFSA is zijn onderzoek minder bruikbaar omdat het niet specifiek ingaat op glyfosaat, maar kijkt naar de effecten van Roundup:

‘De Europese wet schrijft EFSA voor om het actieve ingrediënt te onderzoeken, en niet het totale geformuleerde product’, schrijft woordvoerder Flavio Fergnani van EFSA in een email als antwoord op vragen van Knack. ‘Voor de Europese beoordeling waren daarom studies met glyfosaat relevanter dan onderzoeken naar de formulering, waar ook andere chemicaliën in voorkomen.’

‘Grote zorg’

Maar het onderzoek van Bellé suggereert nu net dat de cocktail gevaarlijk is. De interne emails van Monsanto tonen dat ook het bedrijf zelf het meest beducht is voor wetenschappelijk onderzoek dat kijkt naar Roundup als geheel: ‘Als iemand me zou benaderen, en zou stellen Roundup te willen onderzoeken, dan weet ik hoe ik zou reageren’, schrijft een medewerker in 2001, ‘met grote zorg.’

Monsanto vermoedt dat stoffen in de cocktail kankerverwekkend zijn: ‘De oppervlakte-actieve stof in de formulering komt bovendrijven in de studie die ingaat op tumorvorming’, schrijft bestuurder William Heydens op 6 augustus 2015, ‘omdat we denken dat het daar inderdaad een rol speelt.’

In de publieke communicatie van Monsanto valt de goede toehoorder ook iets geks op: het bedrijf beweert vrijwel nooit dat Roundup veilig is, maar beperkt zich enkel tot glyfosaat. De reden wordt duidelijk in de interne emails:

‘Je kan niet zeggen dat Roundup niet kankerverwekkend is’, schrijft Donna Farmer op 24 november 2003 in een email waarin ze instructies geeft over hoe om te gaan met vragen van journalisten, ‘we hebben niet de noodzakelijk studies gedaan op de formulering om dat te kunnen stellen.’

De producent van ’s werelds meest gebruikte pesticide durft zelf niet te zeggen dat deze veilig is voor mensen, is dat niet vreemd? Het Europees voedselagentschap EFSA wil daar niet op ingaan. EFSA verwijst door naar de Europese lidstaten: ‘De veiligheid van elke pesticide-formulering wordt bekeken op een later moment door de individuele lidstaten’, schrijft woordvoerder Flavio Fergnani.

Een onderzoeker bij landbouwbedrijf Monsanto, in een maïsveld in Canada, september 2017.
Een onderzoeker bij landbouwbedrijf Monsanto, in een maïsveld in Canada, september 2017. © REUTERS

‘Geen capaciteit om alle studies te bestuderen’

Volgens de Europese wetgeving gaat de Europese Unie over de toelating van zogeheten ‘actieve ingrediënten’ als glyfosaat, maar zijn het de nationale autoriteiten die waken over de veiligheid van pesticiden zoals deze uiteindelijk door boeren worden gebruikt en in de voedselketen terechtkomen.

In België is dat de Dienst Gewasbeschermingsmiddelen en Meststoffen, die verantwoordelijk is voor de toelating van Roundup. Wanneer de email van Donna Farmer wordt voorgelegd, benadrukt diensthoofd Maarten Trybou de veiligheid van Roundup tegenover Knack. Het Belgische agentschap heeft daarvoor gekeken naar de RAR, het overzicht waarin alle literatuur is beoordeeld dat ook EFSA werd gebruikt: ‘We hebben zelf niet de capaciteit om alle studies te bestuderen’, zegt Trybou.

De tekst van de RAR, het Renewal Assessment Report, is echter in grote mate letterlijk door Monsanto geschreven, zo berichtte Le Monde, The Guardian en ook De Standaard in september dit jaar, maar onthulde het Nederlandse tijdschrift OneWorld al in mei 2015.

Uit Amerikaanse rechtbankdocumenten valt op te maken dat de medewerker van Monsanto die hiervoor verantwoordelijk was, Richard Garnett heet. Garnett blijkt echter ook nauw betrokken bij productverdediging, en het verdoezelen van gevaren van Roundup, zo tonen de Monsanto Papers.

Het is Richard Garnett die in nasleep van de publicatie van Robert Bellé in 2002 binnen Monsanto wordt aangesteld om ‘problemen’ rondom Roundup ‘direct te elimineren’, zo blijkt uit de interne emails: ‘RG [Richard Garnett] werd voorgedragen als coördinator…voor problemen rondom glyfosaat in Europa’, zo valt te lezen in de notulen van de vergadering op 28 augustus 2002 die Garnett zelf doorstuurt. In een andere email, uit 2008, wanneer een houthakker in Duitsland onwel is geworden, en de verdenking valt op Roundup en de mengstoffen daarin, stuurt Garnett zijn team aan: ‘Bestrijd de aantijging dat glyfosaat en tallowamine synergistisch werken…Bescherm onze formulering.’

En niet verwonderlijk, op aangeven van Garnett zijn in het Europese rapport niet alleen de studies van Bellé geschrapt, maar ook de bevolkingsonderzoeken die wijzen op lymfklierkanker bij boeren. ‘Hoe bestrijden we dit?’, vroeg Donna Farmer zich af in de herfst van 2008. Eén van de manieren lijkt te zijn geweest door namens de Europese autoriteiten te bepalen wat bruikbare wetenschap is.

In een reactie op vragen van Knack wil Monsanto niet ingaan op de details van interne emails. Het bedrijf benadrukt dat de stoffen in Roundup uitvoerig zijn getest: ‘Meer dan veertig jaar gebruik en evaluatie van glyfosaat door publieke agentschappen over de hele wereld, laat zien dat het actieve ingrediënt glyfosaat veilig is en niet kankerverwekkend’, aldus een woordvoerder per email.

Volgens Monsanto zijn daarbij ook toevoegingen uitvoerig getest, en veilig. Maar is zeker dat Roundup niet kankerverwekkend is? Op die vraag, helemaal bovenaan het lijstje, komt geen antwoord.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content